De bandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
De luchtdruk in de achterbanden moet 1,38 bar zijn.
Belangrijk:
Zorg ervoor dat alle banden steeds
de aanbevolen bandenspanning hebben, hierdoor
kan de machine optimale maaiprestaties leveren
en goed functioneren. Pomp de banden niet te
zacht op.
Controleer de luchtdruk in alle banden voordat
u de machine gebruikt.
Figuur 16
Torsie van wielmoeren
controleren
Onderhoudsinterval: Na het eerste bedrijfsuur
Na de eerste 10 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
Draai de wielmoeren vast met een torsie van 115 tot
136 N·m; hou daarbij de volgorde aan die u ziet in
Figuur 17
en
Figuur
18.
Figuur 17
Voorwielen
WAARSCHUWING
Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie
hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel.
Draai de wielmoeren vast met de juiste torsie.
De rolbeugel verstellen
WAARSCHUWING
Om lichamelijk of dodelijk letsel te voorkomen
als de machine omkantelt: houd de rolbeugel
g001055
in de omhoog geklapte en vergrendelde stand
en doe de veiligheidsgordel om.
Zorg ervoor dat de stoel bevestigd is met de
stoelvergrendeling.
WAARSCHUWING
Er is geen omkantelbeveiliging als de
rolbeugel omlaag is geklapt.
• Gebruik de machine niet op oneffen terrein
of op een heuvel met een omlaag geklapte
rolbeugel.
• Klap de rolbeugel uitsluitend omlaag als
dit absoluut noodzakelijk is.
• Doe de veiligheidsgordel niet om als de
rolbeugel omlaag is geklapt.
• Rij langzaam en voorzichtig.
• Klap de rolbeugel omhoog zodra de ruimte
dit toelaat.
• Let goed op dat er voldoende ruimte
boven de machine is (denk aan takken,
g033358
deuropeningen, elektrische kabels)
voordat u onder een object rijdt en zorg
ervoor dat u dit niet raakt.
25
Figuur 18
Achterwielen
g033359