Gebruik in combinatie met een
telefooncentrale
i
Let op de bijzonderheden bij SMS via interne centrales (pagina 53).
Netlijncode
Voorwaarde: Als uw toestel op een telefooncentrale is aangesloten, moet u
– afhankelijk van de centrale – voor externe oproepen bij de eerste Ingebruikname een
netlijncode (netlijnprefix) invoeren. Zie de handleiding van de telefooncentrale. U kunt
een netlijncode (een tot vier cijfers) invoeren.
De netlijncode wordt bij inkomende oproepen automatisch aan het telefoonnummer
van de beller op het display toegevoegd. Als u het weergegeven nummer overneemt in
het telefoonboek, wordt ook de netlijncode toegevoegd. Het opgeslagen telefoon-
nummer kan dan bijvoorbeeld direct uit de bellerslijst (pagina 35) worden gekozen.
¢
¢
v
w
Ð
/
~
Í
s
Invoer opslaan
Als u handmatig een nummer kiest of nummers in het telefoonboek,
i
noodnummers of nummers voor direct bellen invoert, moet u de netlijn-
code zelf invoeren.
Gesprek doorverbinden – (ECT/Explicit Call Transfer) in-/uitschakelen
Voorwaarden:
als u twee gesprekspartners direct met elkaar wilt doorverbinden (pagina 32), moet
deze functie zijn ingeschakeld. Controleer, of uw telefooncentrale deze functie onder-
steunt.
Standaard is deze functie uitgeschakeld.
¢
¢
v
w
Ð
/
s
Gespr.Doorverb.
i
Als u deze functie inschakelt, wordt ook automatisch overgeschakeld op
Ruggespr. ext. (= in de telefooncentrale)(pagina 28).
Gebruik in combinatie met een telefooncentrale
¢
Basis
Instellingen
Netlijncode invoeren en menu openen.
Bevestigen.
OK
¢
Basis
Instellingen
Selecteren en bevestigen (‰ = ingeschakeld).
OK
¢
¢
Systeeminstell.
¢
ISDN-instell.
Toegangsnummer
89