Functies tijdens een gesprek
Functies tijdens een gesprek
Microfoon van de handset uitschakelen
U kunt de microfoon van de handset tijdens een gesprek uitschakelen, bijvoorbeeld om
iets met een andere persoon te bespreken. Uw gesprekspartner aan de telefoon kan dan
niet meeluisteren. Maar u kunt hem of haar wel horen.
[RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR]
MIC.UIT
[RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR]
MIC.AAN
i
Bij het uitvoeren van andere functies, bijvoorbeeld interne ruggespraak,
wordt de microfoon weer ingeschakeld.
Telefoneren met meerdere gesprekspartners
Als u wilt telefoneren met meerdere gesprekspartners, moet u eerst ruggespraak
starten. U kunt dan afwisselend („wisselgesprek", pagina 30) of tegelijkertijd („confe-
rentie", pagina 31, afhankelijk van het netwerk) met de andere deelnemers spreken.
Externe ruggespraak
U wilt tijdens een extern of intern gesprek een andere externe deelnemer bellen.
U kunt ruggespraak met een externe deelnemer vanuit een extern
gesprek zo instellen (pagina 85), dat beide ISDN-lijnen bezet zijn (de
i
verbinding wordt intern in de wachtstand gezet) of dat de tweede ISDN-
lijn beschikbaar blijft (de verbinding wordt extern in de wachtstand
gezet). Deze functie is afhankelijk van uw serviceprovider.
Externe ruggespraak starten:
of ...
v
s
Ruggespraak
of ...
S
De eerste deelnemer wordt nu in de wachtstand gezet. Als de deelnemer intern in de
wachtstand is gezet (pagina 85), hoort hij of zij de ingestelde wachtmuziek (pagina 85).
28
Displaytoets indrukken. Het gesprek wordt „stil-
gezet".
Microfoon inschakelen:
Displaytoets indrukken.
Menu openen.
Selecteren en bevestigen.
OK
R-toets indrukken.