2 Montage
Koeling aansluiten
10
37
Fig. 7: Voorbereidingen voor de elektrische aansluiting
36 Spansluiting met veiligheidsborgingen
37 Deksel van de behuizingskoelbox
38 Onderste deel van de behuizingskoelbox
42 Rubberen membraan
4. Steek de kabelwartel door de opening en schroef deze op de
sensorbehuizing vast.
Let erop, dat het rubberen membraan de kabelwartel goed om-
sluit, zodat er niet teveel koellucht ontsnapt.
5. Sluit de sensor aan op de voedingsspanning. Let op de instruc-
ties in de handleiding van de betreffende sensor of het aansluit-
schema in het deksel van de behuizing.
Opmerking:
Het koelsysteem wordt binnen bereiken met hoge temperaturen
gebruikt. Gebruik daarom temperatuurbestendige kabels en installeer
deze zodanig, dat deze nooit met hete onderdelen in aanraking
komen.
6. Plaats het deksel van de behuizingskoelbox (37) van voren op het
onderste deel van de behuizingskoelbox (38).
7. Sluit de beide spansluitingen aan de zijkant (36).
Let erop, dat de spansluitingen (36) beschikken over veiligheids-
borgingen tegen onbedoeld openen. Voor het openen moet u de
veiligheidsborgingen indrukken.
De behuizingskoelbox moet op een koelsysteem worden aangeslo-
ten.
Koelsystemen (wervelstroomkoeler)
Wervelstroomkoelers of zogenaamde vortex-koelers, zijn een bewe-
zen mogelijkheid, de sensor te koelen.
Luchtkoeling - MINITRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
36
42
38