18
Beveiliging
¢T¢
Beveiliging
C
¢
Codes
¢
functie selecteren.
PIN2 wijzigen
(Wordt alleen weergegeven als PIN2
beschikbaar is). Volg dezelfde proce-
dure als bij
PIN
wijzigen.
Tel.code wijz.
(Toestelcode wijzigen)
De toestelcode (een getal van 4 tot
8 cijfers) legt u zelf vast zodra u voor
de eerste keer een door de toestel-
code beveiligde functie opent (bij-
voorbeeld
Directe
Deze code geldt dan voortaan voor
alle beveiligde functies.
Wanneer driemaal achter elkaar een
onjuiste toestelcode wordt inge-
voerd, wordt de toegang tot de toe-
stelcode en tot alle functies die hier
gebruik van maken geblokkeerd.
Neem dan contact op met de klan-
tenservice van Siemens (pag. 118).
Blokkering van de
SIM-kaart opheffen
Als driemaal achter elkaar een
onjuiste PIN-code is ingevoerd,
wordt de SIM-kaart geblokkeerd.
Voer dan volgens de instructies de
PUK-code (MASTER PIN) in die bij uw
SIM-kaart hoort en door uw provider
is verstrekt. Neem contact op met
uw provider als u de PUK-code (MAS-
TER PIN) kwijt bent.
oproep, pag. 27).
Inschakelbeveiliging
Ook als de PIN-beveiliging is uitge-
schakeld (pag. 17), wordt bij het
inschakelen van het toestel een
bevestiging vereist.
Dit voorkomt dat u het toestel per
ongeluk inschakelt, bijvoorbeeld
wanneer u de telefoon in uw jaszak
draagt of als u zich in een vliegtuig
bevindt.
Lang indrukken.
B
Indrukken. De telefoon
wordt ingeschakeld.
C
Indrukken of niets doen.
§Annulern§
De inschakelprocedure
wordt afgebroken.