Schuine Bouwlift
10 Werking
10.1
Veiligheidsvoorschriften
De lift mag alleen door een door de ondernemer aangewezen vakman worden
bediend. Deze vakman moet met de montage- en gebruiksaanwijzing vertrouwd
zijn, over voldoende ervaring beschikken en over de bestaande gevaren in de
omgang met de lift geïnformeerd zijn.
Het transport van personen is verboden!
• Bediener (zie hoofdstuk. 3)
• Gevarenzone van de lift afzetten en een waarschuwingsbord aanbrengen.
• De lift moet buiten de gevarenzone worden bestuurd.
• Maakt u zich voor begin van de werkzaamheden met de werkomgeving vertrouwd, let bijv. op
hindernissen in het werk- en verkeersbereik en noodzakelijke beveiliging van de bouwplaats t.o.v.
de openbare weg.
• De bediener moet altijd goed in het transportmiddel kunnen kijken en dient het plateau of het
transportmiddel tijdens de rit goed in de gaten te houden.
• De machine altijd afdoende beveiligen tegen gebruik door onbevoegden! - Na afloop van het
werk/tijdens pauzes de handbedieningseenheid op een veilige plaats bewaren.
• Als het beladen laadplatform tijdens het bedrijf als gevolg van een storing blijft staan, dient het
bedienend personeel de lading te lossen. - Laat een beladen transportmiddel nooit onbeheerd staan!
• De lading moet gelijkmatig over het transportmiddel worden verdeeld.
• Niet onder de lading blijven staan of werken.
• Ten minste één keer per dag op zichtbare beschadigingen en defecten controleren. Veranderingen
of storingen onmiddellijk aan de bedrijfsleiding of aan de verantwoordelijke melden. Lift zonodig
onmiddellijk stilzetten en borgen.
• Landelijke voorschriften inzake ongevallenpreventie en voorschriften m.b.t. de arbeidsplaats in
acht nemen.
• Persoonlijke beveiligingsuitrusting dragen (bijv. veiligheidshelm, veiligheidshandschoenen).
• Elementen die veel ruimte in beslag nemen, mogen niet over de zijkant van het laadplatform uit
steken.
• De lading moet veilig worden geplaatst, materiaal dat weg dreigt te glijden of hoger is dan het
platform resp. zou kunnen omvallen, moet worden geborgd. (Denk ook aan plotseling opstekende
wind)
• Controleer of de kabelbreukbeveiliging licht loopt.
• De lift mag alleen in schuine stand worden ingezet.
• Veiligheidsvoorschriften in hfdst. 4 moeten eveneens in acht worden genomen.
• Transportmiddel niet betreden!
10.2
Niet toegestane werkwijze
Overschrijden van het draagvermogen (zie ook belastingstabel).
-
Overschrijden van een maximale ladderlengte van 19 m.
-
Transportmiddel aan één kant beladen.
-
Met de lift werken als onderdelen beschadigd zijn of als de lift storingen vertoont.
-
Met het toestel werken als de periodieke controle niet heeft plaatsgevonden.
-
Plateau of transportmiddel mag na einde van het werk niet boven blijven staan.
-
Werkzaamheden uitvoeren tijdens storm met windsnelheden van meer dan 45 km/h.
-
De lading mag niet over het platform uit steken!
-
Montage- en gebruiksaanwijzing
GEDA-LIFT 150/200 en FIXLIFT 150/200
Pagina 41 van 52
BL 044 N uitgave 11.2004