nl Montagehandleiding
16.4 Elektrische aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
WAARSCHUWING ‒ Gevaar: magnetisme!
Het apparaat bevat permanente magneten. Deze kun-
nen elektronische implantaten, zoals pacemakers, of in-
sulinepompen beïnvloeden.
Personen met elektronische implantaten dienen mi-
▶
nimaal een afstand van 10 cm tot het apparaat aan
te houden.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Het gebruik van stekkerdozen, stekkerverdelers of ver-
lengsnoeren kan tot brand leiden.
Gebruik nooit multistekkers, stekkerdozen of ver-
▶
lengsnoeren.
¡ Het apparaat is stekkerklaar en mag uitsluitend wor-
den aangesloten op een correct geïnstalleerd ge-
aard stopcontact.
¡ De zekering dient in overeenstemming te zijn met
de vermogensopgave op het typeplaatje en de loka-
le voorschriften.
¡ Het aanleggen van een contactdoos mag alleen
door een erkend vakman, met inachtneming van de
geldende voorschriften, worden uitgevoerd.
¡ Wanneer de stekker na het inbouwen niet meer toe-
gankelijk is, moet een alpolige schakelaar met een
contactafstand van minstens 3 mm worden geïnstal-
leerd.
16.5 Inbouw in bovenkast
Neem de inbouwafmetingen en de veiligheidsafstanden
in de hoge kast in acht.
Het apparaat slechts zo hoog inbouwen, dat de acces-
soires er zonder probleem uitgehaald kunnen worden.
46
Verwijder de voetjes.
16.6 Inbouw in een hoge kast
Neem de inbouwafmetingen en de veiligheidsafstanden
in de hoge kast in acht.
Het apparaat slechts zo hoog inbouwen, dat de acces-
soires er zonder probleem uitgehaald kunnen worden.
De stelvoeten instellen.