Riemaanspanning
De riemspanning kan worden afgesteld door de stand van de ventilatormotor(en) aan te passen. Dit is mogelijk
door de stelschroef van de motorbasis die uit de hoek van het bodemframe steekt te verdraaien.
U kunt de riemspanning als volgt controleren:
1. Schakel de ventilator(en) uit.
2. Draai de ventilatorschijf een halve slag om de spanning in de riem gelijkmatig te verdelen voordat u deze
meet.
3. Controleer de riemspanning door de beide volgende voorwaarden na te gaan.
-
De doorbuiging bedraagt 10 mm per meter vrije riemlengte (zie onderstaande afbeelding).
-
De vereiste doorbuigingskracht ligt tussen de minimum- en maximumwaarden in de onderstaande tabel.
De ventilator moet tijdens het vervangen van de riemen worden geblokkeerd
Riemspanning controleren en instellen
1. Ventilatorriemschijf
2. Riem
3. Motorriemschijf
4. 10 mm/m doorbuiging = juiste riemspanning
5. Waterpas
Riemprofiel
B
22
W W W . B A L T I M O R E A I R C O I L . E U
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Overspanning van riemen kan tot componentschade leiden.
Diameter (mm)
motorriemschijf
100 tot 118
125 tot 140
150 tot 170
>180
Riemspanning
Doorbuigingskracht (kg)
Min.
Max.
1,5
2.0
1,5
2,5
2,0
2,5
2,5
3,0