Figuur 21
1. Ventielknop (hydraulische handpomp)
2.
Verwijder de haarspeldveer en zet de
vergrendelpen in de achterste gaten
(opslag-/beluchtingsstand) in de beugel van de
beugel van de grendelstang, en bevestig de
vergrendelpen met de haarspeldveer aan de
beugel
(Figuur
22).
Opmerking:
Door de vergrendelpen in de
opslag-/beluchtingsstand te zetten, kunt u de
beluchter tijdens het werk omhoog en omlaag
zetten.
g265130
1. Vergrendelpen –
opslag-/beluchtingsstand
(achterste gat van
de beugel van de
grendelstang)
2. Haarspeldveer
3.
Zet het ventiel onderaan de hydraulische
handpomp open om de beluchter neer te laten
op de grond.
4.
Ga terug op de bestuurdersstoel zitten en volg
de procedures voor het slepen van een werktuig;
raadpleeg de gebruikershandleiding van de
tractie-eenheid.
5.
Breng de tractie-eenheid tot stilstand aan het
eind van de gewenste beluchtingszone, stel
de parkeerrem in werking, schakel de motor
uit en verwijder het sleuteltje voordat u de
bestuurdersstoel verlaat.
6.
Sluit het ventiel van de hydraulische handpomp
(Figuur
21) en gebruik de handgreep van de
pomp om de beluchter omhoog te brengen naar
de transportstand.
7.
Verwijder de haarspeldveer en zet de
vergrendelpen in de voorste gaten
(transportstand) in de beugel van de
grendelstang, en bevestig de vergrendelpen met
de haarspeldveer aan de beugel
13
Figuur 22
3. Vergrendelpen –
transportstand (achterste
gat in de beugel van de
grendelstang)
(Figuur
g265163
22).