Figuur 54
1. Oliefilter
4.
Smeer een dun laagje schone olie op de pakking
van het nieuwe filter.
5.
Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk.
Draai het oliefilter rechtsom totdat de rubberen
pakking contact maakt met het filtertussenstuk.
Draai het filter vervolgens nog eens ½ slag.
Belangrijk:
Draai het filter niet te vast.
6.
Vul het carter met olie; zie
controleren (bladz.
Het motoroliepeil
42).
Onderhoud
brandstofsysteem
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden zijn brandstof
en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en
explosief. Brand of explosie van brandstof
kan brandwonden of materiële schade
veroorzaken.
• Vul de brandstoftank in de open lucht
wanneer de motor koud is en uit staat.
Eventueel gemorste brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal. Vul
de brandstoftank tot 25 mm vanaf de
bovenkant van de tank, niet de vulbuis. Dit
g003971
geeft de brandstof in de tank ruimte om uit
te zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig
bent en houd de brandstof weg van open
vlammen of vonken.
• Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg dat de
dop op zijn plaats blijft.
Brandstof aftappen uit de
brandstoftank
Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren
Vóór de stalling
De tank moet worden afgetapt en gereinigd als
het brandstofsysteem vervuild raakt of wanneer de
machine voor langere tijd wordt gestald. Gebruik
schone brandstof om de tank uit te spoelen.
Brandstofleidingen en
aansluitingen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren (of
Inspecteer de brandstofleidingen op slijtage,
beschadigingen of loszittende verbindingen.
Onderhoud van de
waterafscheider
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of
44
jaarlijks, waarbij de kortste periode
moet worden aangehouden).
dagelijks—Verwijder dagelijks water
of ander vuil uit de waterafscheider.