Tegendruk van de hefarm
afstellen
U kunt de tegendruk op de hefarmen van het
achtermaaidek afstellen om de machine aan te
passen voor verschillende gazonomstandigheden en
ervoor te zorgen dat de maaihoogte constant blijft in
zware omstandigheden of op terrein waar een viltlaag
is ontstaan.
U kunt elke tegendrukveer instellen op 4 verschillende
standen. Elke stand verhoogt of verlaagt de tegendruk
op het maaidek met 2,3 kg ten opzichte van de vorige
stand. De veren kunnen op de achterkant van de
eerste actuator van de veer worden geplaatst om alle
tegendruk op te heffen (vierde stand).
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Breng een buis of vergelijkbaar voorwerp aan
over het lange veeruiteinde en draai ze rond
de actuator van de veer tot de gewenste stand
(Figuur
34).
VOORZICHTIG
De veren staan onder spanning en
kunnen persoonlijk letsel veroorzaken.
Wees voorzichtig bij het instellen van de
veren.
Figuur 33
Tabel met toerentallen voor messenkooien van 17,8 cm
1. Veer
3.
Herhaal deze procedure bij de andere veer.
De draaistand van de
hefarm instellen
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
De schakelaar van de hefarm bevindt zich onder
de hydraulische tank achter de hefarm rechts
voor
(Figuur
35).
3.
Draai de bevestigingsschroeven van de
schakelaar los en zet de schakelaar lager om de
draaihoogte van de hefarm te verhogen of hoger
om de draaihoogte te verlagen
31
Figuur 34
2. Actuator van veer
(Figuur
g031996
g019276
35).