in totdat de vergrendeling van de parkeerrem wordt
ingetrokken.
1. Tractiepedaal
2. Maaitoerentalbegrenzer
3. Afstandsstukken
Pedaal voor stuurverstelling
Om het stuur in uw richting te kantelen, moet u het
pedaal
(Figuur
25) intrappen, de stuurkolom naar
u toe trekken in een positie die voor u het meest
comfortabel is, en uw voet van het pedaal halen.
Toerentalschakelaar
Met de toerentalschakelaar kunt u het toerental op
2 manieren veranderen
schakelaar te tikken kan het toerental in stappen van
100 tpm worden verhoogd of verlaagd. Hou een zijde
van de schakelaar ingedrukt om de motor automatisch
in hoog of laag stationair te schakelen.
Figuur 25
4. Rempedaal
5. Parkeerrem
6. Pedaal voor
stuurverstelling
(Figuur
26). Door op de
1. Maai-/hefhendel
2. Contactschakelaar
3. InfoCenter
g003955
Contactschakelaar
De contactschakelaar
,
/
UIT
AAN
VOORVERWARMEN
Maai-/hefhendel
Met deze hendel
omhoog en omlaag brengen en de messen starten
en tot stilstand brengen als de maaidekken in
de
MAAISTAND
niet neerlaten als de maai-/hefhendel in de
TRANSPORTSTAND
Schakelaar van koplampen
Zet de schakelaar omlaag om de koplampen te
ontsteken
(Figuur
Activerings-/blokkeringsschake-
laar
Gebruik de activerings-/blokkeringsschakelaar
26) in combinatie met de maai-/hefhendel om de
maai-eenheden te bedienen.
Aansluitpunt
Het aansluitpunt is geschikt voor 12 V elektrische
apparaten
(Figuur
19
Figuur 26
4. Activerings-
/blokkeringsschakelaar
5. Toerentalschakelaar
6. Schakelaar van
koplampen
(Figuur
26) heeft 3 standen:
en
.
START
(Figuur
26) kunt u de maaidekken
zijn gezet. U kunt de maaidekken
staat.
26).
27).
g021208
(Figuur