Figuur 95
1. Onder de oorspronkelijke hoek slijpen
2.
Controleer de balans van het mes met een
mesbalans
(Figuur
Opmerking:
Als het mes horizontaal blijft,
is het in balans en geschikt voor gebruik. Als
het mes niet in balans is, moet u wat metaal
afvijlen van het uiteinde van de vleugel
97). Herhaal dit indien nodig totdat het mes in
balans is.
Figuur 96
1. Mes
Maaimessen monteren
1.
Monteer het mes op de as
Belangrijk:
Het gebogen deel van het mes
moet naar de binnenzijde van de maaikast
wijzen om een goede maaikwaliteit te
garanderen.
2.
Monteer de antiscalpeerplaat en de mesbout
(Figuur
97).
96).
(Figuur
2. Mesbalans
(Figuur
97).
g000276
g000277
1. As
2. Vleugel van het mes
3.
Draai de mesbout vast met een torsie van
115-149 N·m.
Ongelijke meshoogte
corrigeren
Als maaibanen ongelijk worden gemaaid, moet u dit
als volgt corrigeren:
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2.
Zet het maaidek op de gewenste maaihoogte,
zet de gashendel op L
motor uit, stel de parkeerrem in werking en
verwijder het contactsleuteltje.
3.
Controleer de spanning van de voor- en
achterbanden. Indien nodig moet u ze
oppompen totdat de bandenspanning correct is;
zie
De bandenspanning controleren (bladz. 58)
4.
Controleer op kromme messen.
5.
Verwijder de kappen van de bovenkant van de
maaidekken.
6.
Draai het mes op elke as totdat de uiteinden in
de lengterichting liggen.
71
Figuur 97
3. Antiscalpeerplaat
4. Mesbout
, schakel de
ANGZAAM
g004480