Inhoudsopgave
Advertenties
7. Voer de temperatuur in van de bufferoplossingen.
8. Druk op OK om automatisch naar het menu "buffer value 1" te
springen.
9. "GRUNDFOS" of "DIN/NIST" bufferoplossingen: Selecteer één
van de drie beschikbare bufferwaarden.
bufferwaarde 1
4,01 pH
7.00 pH
9,18 pH
Buffer 1
Wanneer de bufferwaarden eenmaal zijn gelezen door de meet-
versterker, dan worden de temperatuur van het monsterwater en
het meetsignaal automatisch gelezen.
1. Gooi vervolgens de bufferoplossing weg.
– Schenk de bufferoplossing niet terug in de fles!
2. Druk op OK om automatisch naar het menu "buffer value 2" te
springen.
Buffer 2
1. Selecteer één van de twee andere bufferwaarden.
2. Druk op OK om automatisch het gemeten signaal van buffer-
waarde 2 te meten, en vergelijk dit met de bufferwaarden.
– Het kalibratieresultaat wordt vervolgens weergegeven:
sensor gradient + asymmetry potentiaal.
CALDATA pH
stijging
- 60.17 mV / pH
asymmetry pot.
19 mV
3. Gooi vervolgens de bufferoplossing weg.
4. Ga terug naar het menu "kalibratie" m.b.v. ESC.
Kalibreer vervolgens de chloorwaarde!
Kalibreren van de parameters chloor, chloordioxide en ozon
•
DIP: Selecteer het linker display voor chloor met de Select
knop.
1. Selecteer de kalibratiefunctie met de CAL knop. De LED gaat
branden.
2. Druk op OK om het menu "kalibratie" te selecteren.
3. Selecteer "chloor" en bevestig met OK.
chloor
cal-meetw.
cal-result.
cal cyclus
18
4. Voer de referentiewaarde in (bijvoorbeeld de fotometrisch met
DIT gemeten waarde).
– Het meetsignaal wordt vervolgens automatisch ingelezen en
vergeleken met de referentiewaarde.
– Het kalibratieresultaat wordt vervolgens weergegeven: sen-
sor gradient.
CALDATA chloor
stijging
34.67 µA / ppm
Lezen van kalibratiedata in het diagnose menu "Service"
•
Selecteer "Service" in het HOOFDMENU met
OMHOOG/OMLAAG en druk op OK (op beide displays met
DIP).
– De data van de laatste 10 kalibraties kunnen worden gele-
zen.
12.8.3 Kalibreren van de parameters chloor, chloordioxide of
ozon met Conex DIS-D
1. Druk op de CAL selector en selecteer het kalibratiemenu.
– De CAL LED naast de CAL selector gaat branden.
– Om overdosering te voorkomen, moeten controllers worden
uitgeschakeld, en de actuators gesloten.
– Wanneer de kalibratiefunctie is geselecteerd met de
CAL-knop, dan toont het meetwaardedisplay de huidige
meetwaarde.
2. Gebruik OMHOOG/OMLAAG om de fotometrisch of analytisch
bepaalde referentiewaarde (bijvoorbeeld de fotometrisch met
DIT gemeten waarde).
3. Start de kalibratie met OK.
– De sensordata worden vervolgens ingelezen door een auto-
matische functie en vervolgens wordt de kalibratie uitge-
voerd.
– De stijging (gevoeligheid) van de sensor wordt berekend.
– Direct aansluitend op de kalibratie wordt automatisch het
kalibratieresultaat weergegeven.
– De sensorstijging wordt weergegeven in µA/ppm.
Kalibratieresultaat
•
Het resultaat van de actuele (laatste) kalibratie kan te allen
tijde worden weergegeven in het codemenu:
– Code 51: weergave van gekalibreerde stijging in µA/ppm.
Foutmelding bij het inlezen van het stroomsignaal van het
sensorsysteem
•
De alarm-LED knippert.
•
De code knippert.
*13*: Stijgingsfout.
Het alarm wordt getriggerd wanneer de waarschijnlijkheidscon-
trole vaststelt dat er sprake is van een opwaartse of neerwaartse
overtreding van de volgende stijgingsbereiken, afhankelijk van de
geselecteerde meetcel:
Meetcel
Ondergrens
AQC-D3
2,5 µA/ppm
•
Druk op OK om de foutmelding te bevestigen en terug te gaan
naar de displayweergave.
– Vervolgens worden de kalibratiedata geïmporteerd.
Het instrument werkt in noodbedrijf! Herstel de
N.B.
fout, zie paragraaf 13.5 Storingzoekschema en
kalibreer opnieuw!
Bovengrens
70,0 µA/ppm
Advertenties
Inhoudsopgave
