FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
Contactslot/stuurslot
3
Via het contactslot/stuurslot worden het ont-
stekingssysteem en de verlichtingssyste-
men
bediend
en
vergrendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, het
achterlicht, de kentekenverlichting en het
parkeerlicht gaan branden en de motor kan
worden gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.
DAU10460
OPMERKING
De koplamp gaat automatisch branden als
de motor wordt gestart en blijft aan totdat de
sleutel naar "OFF" wordt gedraaid, zelfs als
de motor afslaat.
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
Draai nooit de sleutel naar "OFF" of
"LOCK" terwijl de machine rijdt. Hier-
wordt
het
stuur
door worden de elektrische systemen
uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden
tot verlies van de controle of een onge-
val.
DAU38530
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
DAU10661
DWA10061
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de "OFF"-stand in en
3. Neem de sleutel uit.
DAU10683
3-1
1
2
draai deze dan naar "LOCK". Houd de
sleutel hierbij ingedrukt.