FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
Controle- en waarschuwings-
lampjes
3
1. Controlelampje richtingaanwijzers "
2. Vrijstandcontrolelampje "
3. Controlelampje grootlicht "
4. Waarschuwingslampje motorstoring "
Controlelampje richtingaanwijzers
"
"
Dit controlelampje knippert terwijl de scha-
kelaar voor richtingaanwijzers naar de lin-
ker- of rechterstand is gedrukt.
Vrijstandcontrolelampje "
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11003
Controlelampje grootlicht "
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
Waarschuwingslampje motorstoring
"
"
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knippert wanneer een elektrisch circuit dat
de motorwerking controleert defect is.
Vraag in dat geval een Yamaha-dealer het
zelfdiagnosesysteem te controleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
"
wingslampje controleert u door de sleutel
"
naar "ON" te draaien. Als het waarschu-
wingslampje niet een paar seconden lang
"
"
oplicht en dan dooft, vraag dan een
Yamaha-dealer om het elektrisch circuit te
testen.
DAU11020
DAU11060
"
DAU11080
"
Snelheidsmeterunit
DAU11500
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
3. Ritteller
4. Terugstelknop tripmeter
De snelheidsmeterunit is voorzien van een
snelheidsmeter, een kilometerteller en een
ritteller. De snelheidsmeter toont de actuele
rijsnelheid. De kilometerteller toont de totale
afgelegde afstand. De ritteller toont de af-
stand afgelegd sinds de teller het laatst via
de terugstelknop werd teruggesteld op nul.
De ritteller kan worden gebruikt om de af-
stand te schatten die met een volle brand-
stoftank kan worden afgelegd. Deze
informatie stelt u in staat de volgende tank-
stops te plannen.
3-2
DAU11630