Onderhoud
bedieningsysteem
De bedieningsorganen
afstellen
De bedieningsorganen worden in de fabriek afgesteld
voordat de machine wordt verzonden. Na vele
bedrijfsuren moet u echter mogelijk de uitlijning
van de tractiebediening, de
tractiebediening en de sporing van de tractiebediening
in de stand volledig vooruit opnieuw afstellen.
Belangrijk:
Voer alle procedures volledig en in
de juiste volgorde uit om de bedieningsorganen
correct af te stellen.
Uitlijning tractiebediening
afstellen
Als de balk van de tractiebediening niet gelijk en
recht tegen de referentiebalk rust in de stand volledig
achteruit, moet u onmiddellijk de volgende procedure
uitvoeren:
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
stel de parkeerrem in werking en laat de
laderarmen neer.
2.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
3.
Trek de tractiebediening recht naar achteren
zodat de voorzijde ervan contact maakt met de
referentiebalk
(Figuur
Figuur 55
1. Voorzijde bediening (niet
uitgelijnd)
4.
Als de voorzijde van de tractiebediening
niet gelijk en recht tegen de referentiebalk
rust, draai dan de flensmoer en bout van de
tractiebediening los
van de
NEUTRAALSTAND
55).
2. Referentiestreepje
(Figuur
56).
1. Tractiebediening
5.
Stel de tractiebediening zo af, dat deze gelijk
en recht tegen de referentiebalk rust als u de
bediening recht naar achteren trekt
en
Figuur
6.
Draai de flensmoer en bout van de
tractiebediening vast.
De neutraalstand van de
tractiebediening afstellen
Als de machine naar voren of naar achteren kruipt
terwijl de tractiebediening in de N
staat en de eenheid warm is, moet u onmiddellijk de
volgende procedure uitvoeren:
1.
Hef/ondersteun de machine zodat beide
rupsbanden van de vloer komen.
2.
Open het inspectieluik aan de achterzijde.
3.
Draai de contramoeren op de tractiestangen
onder het bedieningspaneel los
g004190
41
Figuur 56
2. Tractiebediening, bout en
moer
57).
Figuur 57
EUTRAALSTAND
(Figuur
g004191
(Figuur 56
g004192
58).