DE KACHEL SCHOONMAKEN
Haal voor het schoonmaken altijd de stekker uit het stopcontact en laat de kachel eerst afkoelen.
Maak de buitenkant van de kachel schoon door deze af te nemen met een vochtige doek en na te
wrijven met een droge doek.
Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen en zorg dat er geen water in de kachel terechtkomt.
DE KACHEL OPBERGEN
Als de kachel gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, moet deze op een schone en droge
plaats worden opgeborgen en worden beschermd tegen stof.
WANDMONTAGE VAN DE KACHEL
! Montagemateriaal niet meegeleverd !
Let op: - de afstand tussen de onderkant van de kachel en de vloer moet ten minste 40 cm zijn.
- voordat de kachel aan de wand wordt bevestigd moeten de voeten worden verwijderd.
1.
Meet de afstand tussen de twee uitsparingen aan de achterkant van de kachel (zie afb. A)
2.
Boor twee gaten in de wand met dezelfde afstand en steek een plug in elk boorgat. Plaats de
beugels tegen de gaten (zoals aangegeven in afb. B) en bevestig ze in getoonde positie met
de bijgeleverde schroeven.
3.
Bevestig, voordat u de kachel op de zojuist gemonteerde beugels plaatst, eerst de twee
andere beugels onder de kachel (zoals aangegeven op afb. C).
4.
Bevestig de kachel aan de wand: houd de kachel met de uitsparingen tegen de beugels,
schuif verder over de beugels tot het punt waar u de kachel in de groeven van de beugels
kan laten zakken (ongeveer halverwege).
5.
Teken, als de kachel op de juiste plaats zit, met een potlood een markering in het schroefgat
van elk van de beugels die aan de onderkant van de kachel zijn gemonteerd.
6.
Haal de kachel weer van de wand (ga in omgekeerde volgorde te werk dan zojuist in punt 4