Analoge ingangen
9.3 Externe sensoren configureren
9.3.1 ExtSolIrr en ExtGloIrr
1. Detailweergave van de sensor openen, zoals beschreven in hoofdstuk 9.1 "Externe sensoren
registreren" (Pagina 49).
2. Externe sensor activeren of deactiveren.
ctrl ExtSolIrr, ctrl ExtGloIrr
Instelbaar
off
on
3. Functie van ExtSolIrr en ExtGloIrr instellen.
Fkt ExtSolIrr, Fkt ExtGloIrr
Instelbaar
Deactivated
+/- 20 mA
+/- 10 mV
+/- 20 mV
+/- -50 mV
+/- 100 mV
+/- 500 mV
+/- 1 V
+/- 5 V
+/- 10 V
☑ ExtSolIrr en ExtGloIrr zijn geconfigureerd.
Versterking
Omrekeningsfactor. Zie hoofdstuk 9.3.2 "Waarde van de sensoren weergeven" (Pagina 53).
Offset
Waarde die wordt opgeteld. Zie hoofdstuk 9.3.2 "Waarde van de sensoren weergeven"
(Pagina 53).
52
SC-BNL100262
Betekenis
Sensor gedeactiveerd.
Sensor actief. Na het activeren wordt de sensor onder
"Spot Values > Other" weergegeven. Zie ook hoofdstuk
9.3.2 "Waarde van de sensoren weergeven" (Pagina 53).
Betekenis
De analoge ingang is gedeactiveerd
Stroommeting - 20 mA tot +20 mA
Spanningsmeting -10 mV tot +10 mV
Spanningsmeting -20 mV tot +20 mV
Spanningsmeting -50 mV tot +50 mV
Spanningsmeting -100 mV tot +100 mV
Spanningsmeting -500 mV tot +500 mV
Spanningsmeting -1 mV tot +1 mV
Spanningsmeting -5 mV tot +5 mV
Spanningsmeting -10 mV tot +10 mV
SMA Solar Technology AG
Gebruiksaanwijzing