5. Plaats de rotor op de juiste wijze op de as: De
afstand vanaf de bodem van de tank naar het
laagste mesblad van de rotor (BB) dient een half
tot anderhalf maal de diameter van het mesblad
van de rotor te bedragen (de diameter van het
mesblad wordt bepaald door de afstand te meten
van de rotorpunt naar het midden van de as (AA)
en dit te vermenigvuldigen met twee).
Figure 3 Rotor installeren
6. Bevestig de rotor door de stelschroeven aan te
draaien (23a). Zie
7. Plaats de koppeling (7) op de roerwerkas boven
de borgring en draai de stelschroef (7a) vast.
8. Plaats de spinschijfkoppeling (8) hier bovenop.
9. Voor UL-motoren: Bevestig de motorflens
(10) aan de lagerbehuizing met behulp van 4
kolomschroeven (5).
Voor ATEX-motoren: Plaats de adapter (28) op
de motoras en zet deze vast met de stelschroef
(29). Bevestig de flensadapter (30) met behulp
van 4 kolomschroeven met zeskantkop (31) op
de motor (12).
10. Voor UL-motoren: Plaats de koppeling (9)
gelijk met de onderkant van de motoras. Zie
Afbeelding 4, linkerzijde. Draai de stelschroef in
de koppeling stevig vast.
Voor ATEX-motoren: Plaats de koppeling (9)
gelijk met de onderkant van de adapter (28). Zie
Afbeelding 4, rechterzijde.
Figure 4 Koppeling op de motoras
11. Plaats de motor op de motorflens (10) en
schroef vast met behulp van 4 kolomschroeven
(13). Draai de motor naar de gewenste locatie,
afhankelijk van de elektrische aansluiting. Als de
motor vaak moet worden verplaatst, kan deze met
behulp van de meegeleverde vleugelschroeven
(als 13 gelabeld in de onderdelenlijst) aan de
motorflens worden bevestigd.
3A5012G
Onderdelen, page
15.
VFD
VFD
VFD
Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de
VFD voor informatie over de installatie en bediening
van de VFD.
Zie voor VFD's die door Graco zijn geleverd de
handleiding 3A4793 voor informatie over de installatie
en bediening van de VFD.
Sluit de
de VFD
VFD aan
aan op
Sluit
Sluit
de
VFD
aan
LET OP
LET
LET
Om schade aan apparatuur te voorkomen, mag de
motor niet rechtstreeks op een stopcontact worden
aangesloten. De motor moet worden aangesloten
op een VFD.
Volg de instructies in de handleiding van de
motorfabrikant die werd meegeleverd met dit
roerwerk om de VFD op de motor aan te sluiten.
De dimensionering van draden, zekeringen en
andere elektrische beveiligingen moet voldoen aan
plaatselijke regels en voorschriften.
De motoren zijn uitgerust met een apparaat voor
automatische thermische beveiliging. Bekijk het
waarschuwingslabel op de motor voor de vereisten
met betrekking tot het aansluiten van de motor
op het besturingscircuit van de VFD. Bij UL- en
NEC-motoren moeten de motorthermostaatkabels P1
en P2 worden aangesloten op het besturingsgedeelte
van het handmatige startcircuit.
Bij door Graco geleverde VFD's moeten de
motorthermostaatkabels P1 en P2 worden
aangesloten op de motorklemmen 4 en 13B van de
VFD, zoals hieronder weergegeven.
MOTORTHERMOSTAATKABELS
Volg voor ATEX-motoren de vereisten met betrekking
tot de bedrading voor thermische bescherming.
Deze vereisten worden beschreven in de
ATEX-motorhandleiding. De ATEX-motorhandleiding
is bij het roerwerk inbegrepen.
Zie voor VFD's die niet door Graco zijn geleverd de
installatiehandleiding van de motor voor instructies
om de motor te koppelen aan de VFD.
Installatie
op de
de motor
motor
op
de
motor
OP
OP
9