Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanvullende Veiligheidsinformatie - Nokia Lumia 620 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Lumia 620:
Inhoudsopgave

Advertenties

Aanvullende veiligheidsinformatie

Een alarmnummer kiezen
1. Zorg ervoor dat de telefoon is ingeschakeld.
2. Controleer of de signaalontvangst voldoende is.
Mogelijk moet u ook de volgende stappen uitvoeren:
Plaats een SIM-kaart in het apparaat als dat door uw apparaat wordt ondersteund.
Schakel de oproepbeperkingen in uw telefoon, zoals het blokkeren van oproepen, vaste nummers of beperkte groep
gebruikers uit.
Zorg ervoor dat vliegtuigstand niet is ingeschakeld.
Als het scherm en de toetsen van de telefoon zijn vergrendeld, ontgrendelt u deze.
3. Druk op
.
4. Selecteer
.
5. Selecteer
.
6. Voer het officiële alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.
7. Selecteer bellen .
8. Geef de benodigde informatie zo nauwkeurig mogelijk op. Beëindig de oproep pas als u hiervoor toestemming hebt gekregen.
Wanneer u uw telefoon de eerste keer inschakelt, wordt u gevraagd uw Microsoft-account te maken en uw telefoon in te stellen.
Als u tijdens het instellen van de account en de telefoon een noodoproep wilt plaatsen, tik u op noodoproep .
Belangrijk: Als uw telefoon internetoproepen ondersteunt, moet u zowel mobiele als internetoproepen activeren. De
telefoon kan noodoproepen zowel via het mobiele netwerk als via uw serviceprovider voor internetoproepen proberen te
kiezen. Verbindingen kunnen niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. Vertrouw nooit alleen op een
draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen.
Kleine kinderen
Het apparaat en toebehoren zijn geen speelgoed. Ze kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd deze buiten het bereik van kleine
kinderen.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het functioneren van onvoldoende beschermde
medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of
het voldoende is beschermd tegen externe radiofrequentie-energie.
Geïmplanteerde medisch apparaten
Om mogelijke storing te voorkomen, raden fabrikanten van geïmplanteerde medische apparatuur aan om draadloze apparaten
altijd op minimaal 15,3 centimeter afstand te houden. Personen met dergelijke apparaten moeten met het volgende rekening
houden:
Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3 centimeter afstand van het medische apparaat.
Draag het draadloze apparaat niet in een borstzak.
Houd het draadloze apparaat tegen het oor aan de andere kant van het lichaam dan de kant waar het medische apparaat
zit.
Schakel het draadloze apparaat uit als er enige reden is om te vermoeden dat er een storing plaatsvindt.
Volg de instructies van de fabrikant van het geïmplanteerde medische apparaat.
Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze apparaat wanneer u een geïmplanteerd medisch apparaat hebt, neemt u
contact op met uw zorginstelling.
Gehoor
Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief
worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen.
Sommige draadloze apparaten kunnen storingen in sommige gehoorapparaten veroorzaken.
© 2012 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
113

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave