❏ Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt zitten op de inkttoevoer of op de
onmiddellijke omgeving ervan. Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water
en zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water.
Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen
of nog steeds ongemak ondervindt.
❏ Epson raadt het gebruik van originele Epson-cartridges aan. Het gebruik van niet-originele
cartridges kan leiden tot schade die niet onder de garantie van Epson valt. Bovendien kan het
gebruik van dergelijke producten er in bepaalde omstandigheden toe leiden dat het apparaat
niet correct functioneert. De kwaliteit of betrouwbaarheid van niet-originele inkt kan niet door
Epson worden gegarandeerd. Als niet-originele cartridges worden gebruikt, wordt de
cartridgestatus niet weergegeven.
❏ Laat de oude cartridge in de printer zitten tot u een nieuwe hebt aangeschaft; anders kan de
inkt in de spuitkanaaltjes van de printkop opdrogen.
❏ Als een van de cartridges leeg is, kunt u geen afdrukken meer maken, ook niet wanneer de
andere cartridges nog wel inkt bevatten. Vervang de lege cartridge voordat u gaat afdrukken.
❏ Zet de printer nooit uit terwijl u een cartridge vervangt. Daardoor kan de chip op de cartridge
worden beschadigd en drukt de printer mogelijk niet goed af.
❏ Om de best mogelijke afdrukkwaliteit te verzekeren en de printkop te beschermen, wordt
wanneer de printer aangeeft dat de cartridge aan vervanging toe is, toch nog een variabele
reservevoorraad inkt in de cartridge gehouden. Deze reserve is niet inbegrepen in het
overblijvende inktpercentage dat u kunt aflezen.
Een cartridge vervangen
Ga als volgt te werk om een cartridge te vervangen.
1. Open de cartridgekap.
B-310N/B-510DN
Gebruikershandleiding
Verbruiksgoederen vervangen
146