Bedrijfs- en storingsmeldingen
9.2
Storingen
9.2.1
Eenvoudige storingen verhelpen
De storingsindicaties zijn afhankelijk van de gebruikte modules.
Storingen met een oorzaak in de regelaar worden automatisch gewist
wanneer de storing verholpen werd.
Storingen met een oorzaak in de branderautomaat van de warmteprodu-
cent moeten, naargelang het type storing, aan de regelaar of aan de
warmteproducent gereset worden:
▶ Houd de technische documentatie van de warmtebron aan!
Displaytekst/vaststelling/
storing
Display is donker
Niet ondersteunde module
Module zonder functie
xxx °C
Buitentemperatuursensor de-
fect
Handbediening cv-toestel
mengklep
Bedrijfsuren overschreden
Onderhoudsinterval afgelopen Geen effect op het regelgedrag.
Branderstarts overschreden
De ruimte is te koud
28
Effect op het regelgedrag
Regeling zonder functie
De module wordt niet herkend.
Module zonder functie
De regelaar werkt verder.
De regeling rekent met de
minimale buitentemperatuur.
De brander bevindt zich in handbedie-
ning.
Geen effect op het regelgedrag.
Geen effect op het regelgedrag.
–
Bij storingen die u niet zelf kunt oplossen, vermeldt u de volgende gege-
vens:
• Tekst of nummer van de getoonde storing
• Regelaartype op het typeplaatje ( afb. 1, [11], pagina 5)
• Softwareversie van het besturingssysteem en de bedieningsunit
▶
aantikken.
Oorzaak
• De verwarmingsnoodschakelaar is
uitgeschakeld.
• De regelaar is uitgeschakeld.
• Regelaarzekering werd geacti-
veerd.
• Er werd een zekering geactiveerd. ▶ Controleer de huiszekering.
• De ingestoken module is foutief of
heeft een
oude softwarestand.
• Regelaarzekering werd
geactiveerd.
• Sensor niet voorhanden, defect of
buiten meetbereik
• Module defect
• De buitentemperatuursensor is
verkeerd of helemaal
niet aangesloten of defect.
• Handbediening geactiveerd
• De ingestelde looptijd is verlopen. ▶ Laat onderhoud uitvoeren.
• De ingestelde periode tot het vol-
gende onderhoud is verlopen.
• De ingestelde branderstarts zijn
verlopen.
• De regeling bevindt zich in
spaarbedrijf.
• De ingestelde kamertemperatuur
is te laag.
• De warmwatervoorziening werkt te
lang.
• De warmtebronnen leveren onvol-
doende warmte-energie of zijn uit-
geschakeld.
• De kamertemperatuursensor is
verkeerd ingeregeld.
Oplossingen
▶ Inschakelen verwarmingsnood-
schakelaar.
▶ Regelaar inschakelen.
▶ Stift indrukken hoofdstuk 3.10,
pagina 14.
Bij meerdere keren activeren:
▶ Service inschakelen.
▶ Service inschakelen.
▶ Druk de stift in.
▶ Service inschakelen.
▶ Service inschakelen.
▶ Service inschakelen.
▶ Handbediening deactiveren.
▶ Onderhoudsmelding laten reset-
ten.
▶ Service inschakelen.
▶ Laat onderhoud uitvoeren.
Het automatische servicemelding
blijft net zolang bestaan, tot een er-
kend installateur deze melding re-
set.
▶ Service inschakelen.
▶ Laat onderhoud uitvoeren.
▶ Onderhoudsmelding laten reset-
ten.
▶ Service inschakelen.
▶ Tijd en klokprogramma controle-
ren.
▶ Wijzig de tijd en het klokprogram-
ma indien nodig.
▶ Corrigeer de ingestelde kamertem-
peratuur.
▶ Controleren warmwatervoorzie-
ning.
▶ Warmteproducent controleren.
▶ Service inschakelen.
Control 8311/8313 – 6720854578 (2023/09)