Installatie
5.2
Overzicht van de regelaar en de bedieningselementen
14
13
12
11
Afb. 3
Overzicht van de regelaar en de bedieningselementen
[1]
Behuizingsdeksel/afdekking
[2]
Bedieningsunit
[3]
touchscreen
[4]
Frontklep
[5]
Activatie code (registratiecode)
[6]
Resettoets (bijv. STB, SAFe)
[7]
Servicetoets (Rookgastest)
[8]
Toets handbediening
[9]
USB-aansluiting (bijvoorbeeld voor servicedoeleinden)
[10] LED-statusindicatie
[11] Typeplaat
[12] F1-, F2-leidingbeveiligingsschakelaar
[13] Schakelaar aan/uit
[14] Achterwand
5.3
Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING
Levensgevaar/schade aan de installatie door hoge temperaturen!
Alle onderdelen aan het toestel, die direct of indirect aan hoge tempera-
turen worden blootgesteld, moeten voor deze temperaturen zijn gedi-
mensioneerd.
▶ Houd kabels en elektrische leidingen betrouwbaar van warme be-
standdelen verwijderd.
▶ Installeer kabels en elektrische leidingen in de kabeldoorvoeren of
boven de isolatie.
OPMERKING
Storingen/materiële schade door inductieve beïnvloeding!
▶ Alle laagspanningskabels gescheiden van netspanningskabels instal-
leren (minimale afstand 100 mm).
8
1
2
3
10
9
8
7
6 5
OPMERKING
Materiële schade door niet-naleving van instructies!
Als andere instructies van bestanddelen niet nageleefd worden, kunnen
er door foutieve verbindingen/instellingen storingen en schade aan de
cv-installatie ontstaan.
▶ Let op de aanwijzingen in alle instructies van de bestanddelen die ge-
ïnstalleerd worden.
Let bij de elektrische aansluiting op het volgende:
• Voor het openen van de regelaar: schakel de regelaar stroomloos en
zorg ervoor dat hij niet per ongeluk ingeschakeld kan worden.
• Alle elektrische aansluitingen, veiligheidsmaatregelen en beveiligin-
gen moeten door een erkende installateur worden uitgevoerd, reke-
ning houdend met de geldende normen en richtlijnen en de
plaatselijke voorschriften.
• Voer de elektrische aansluiting uit als vaste aansluiting conform de
plaatselijke voorschriften.
• Zorg bij de installatie van de toestellen voor een goede aardingsaan-
sluiting.
• De op de typeplaat genoemde totale stroomsterkte en de deelstroom
per veiligheidsschakelaar en aansluiting niet overschrijden.
• Verkeerde aansluitpogingen onder spanning kunnen de regelaar be-
schadigen en gevaarlijke elektrische schokken veroorzaken.
▶ Voer elektrische aansluitingen volgens het aansluitschema van de re-
gelaar, de module en de plaatselijke omstandigheden uit.
1
4
0010027290-001
Control 8313 – 6720853778 (2023/09)