26.2
Serviceadapter (toebehoren)
Via de USB-aansluiting ( afbeelding 3, [9], pagina 8) en een ser-
viceadapter USB naar IP kan het display op een pc gespiegeld (weerge-
geven) worden.
Hierdoor is het mogelijk, de regelaar met een pc via een webbrowser te
bedienen, om in het hoofdmenu, het servicemenu of in onderstations in-
stellingen te controleren of te wijzigen.
Voorwaarden:
• Serviceadapter USB/IP (accessoire) voorhanden
• Netwerkkabel beschikbaar
• Internet-browser aanwezig (Mozilla Firefox wordt geadviseerd)
• DHCP geactiveerd
Adrestoekenning DHCP-serviceadapter activeren
▶ Roep het servicemenu op en selecteer in menupunt Connectiviteit >
Adrestoekenning > DHCP.
▶ Opslaan.
▶ Stop de serviceadapter in de USB-aansluiting ( afbeelding 3, [9],
pagina 8).
▶ Sluit de LAN-kabel aan tussen de adapter en de RJ-45-poort van de
computer.
▶ Open de browser (bij voorkeur Firefox) en typ "cbc.bosch" in de zoe-
klijst.
Het bedieningspaneel van de regelaar wordt op de computer gespie-
geld (weergegeven).
▶ Na beëindiging van de spiegeling (weergave) de cache (buffergeheu-
gen) van de computer leegmaken.
De bediening kan door één persoon uitgevoerd worden.
De gelijktijdige bediening aan de pc en de regelaar moet vermeden wor-
den. De laatst uitgevoerde wijziging telt.
▶ Neem de veiligheidsvoorschriften bij netwerken in acht.
Het is niet nodig de op de USB/IP-adapter meegeleverde driver te instal-
leren.
26.3
Update van de regelaarsoftware
Update van de ZM-module
Een update van de centrale module is uit veiligheidsoverwegingen niet
mogelijk.
26.3.1 Aanwijzing voor installaties met meerdere regelaars in
combinatie, bijvoorbeeld regelaaruitbreidingen, cascaden
Wanneer de aanwezige regelaars in een netwerk zijn verbonden, kan het
nodig zijn deze vóór de software-update los te koppelen:
▶ Roep het servicemenu op en tik op het menupunt Connectiviteit.
▶ Bij Koppeling regelaar losmaken, Activeren aantikken.
Een invoerveld verschijnt.
▶ Verbreken van de regelaarkoppeling op alle regelaars.
Een indicatie, of de regelaars ontkoppeld zijn, is niet aanwezig.
Om te controleren, of alle regelaars zijn ontkoppeld in het systeemover-
zicht de volgende stappen uitvoeren:
▶
aantikken.
▶
aantikken.
▶
aantikken.
De verbonden regelaars worden weergegeven.
▶ Software-update bij alle regelaars uitvoeren.
▶ Koppeling regelaars uitvoeren ( hoofdstuk 22.1.2, pagina 58).
Control 8313 – 6720853778 (2023/09)
26.4
Storingen
26.4.1 Storingsindicator
Storingen worden door de statusindicatie ( afb. 3, [10], pagina 8)
weergegeven.
Een storing wordt getoond door de rode LED op de masterregelaar en op
de regelaar waar de storing zich voordoet. De bedieningsunit van een
substation kan enkel de storingen van de regelaar aangeven waarmee
het verbonden is.
In de masterregelaar wordt de regelaar met de storing in het regelaar-
overzicht getoond ( afbeelding 43, [2], pagina 43).
Om de storing van de desbetreffende regelaar te bekijken:
▶ Op de regelaar tikken.
▶ Historie
of infomenu
26.5
Historie
Om de Meldingsgeschiedenis op te roepen:
▶ Servicemenu oproepen.
▶ In Servicemenu het symbool
▶ Symbool
aantikken.
Het menu Meldingsgeschiedenis toont de storingen en serviceweerga-
ven van de cv-installatie. De bedieningsunit toont alleen de storingen en
serviceweergaven van de warmteproducent die geselecteerd werd.
Als er meer storingen en serviceweergaven voorhanden zijn dan op één
pagina getoond kunnen worden, kan met de pijlen in de voetregel gebla-
derd worden.
2
1
Afb. 60 Meldingsgeschiedenis
[1]
Event-markering
[2]
Opgetreden (datum, tijd), geeft aan wanneer de storing is opge-
treden.
[3]
Beëindigd (datum, tijd), geeft aan wanneer de storing was beëin-
digd.
[4]
Component, geeft aan bij welk onderdeel de storing is opgetreden.
[5]
Displaytekst, beschrijft het type van de storing.
26.6
Storingen verhelpen
De storingsindicaties zijn afhankelijk van de gebruikte modules.
Storingen met een oorzaak in de regelaar worden automatisch gewist
wanneer de storing verholpen werd.
Storingen met een oorzaak in de branderautomaat van de warmteprodu-
cent moeten, naargelang het type storing, aan de regelaar of aan de
warmteproducent gereset worden:
▶ Houd de technische documentatie van de warmtebron aan!
Bij storingen die u niet zelf kunt oplossen, vermeldt u de volgende gege-
vens:
• Tekst of nummer van de getoonde storing
• Regelaartype op de typeplaat ( afbeelding 3, [11], pagina 8)
• Softwareversie van het besturingssysteem en de bedieningsunit
▶
aantikken.
Bij terugkerende storingen downloadt u vanuit het menu Regelaar de
volgende informatie en stelt u deze informatie aan de service ter be-
schikking:
▶ Configuratie op USB-stick opslaan
Service
oproepen.
aantikken.
3
4
5
0010008700-001
69