Informatie over het hoofdmenu connectiviteit
1
2
3
4
7
6
5
Afb. 48 Gebruikersinstellingen
[1]
Weergavenaam (De naam wordt automatisch aangemaakt. De
weergave kan niet veranderd worden.)
[2]
E-mail (De loginnaam werd op pagina 1 ingevoerd. De weergave
kan niet veranderd worden.)
[3]
Firma
[4]
Voornaam (bij bedrijven: voornaam van de contactpersoon)
[5]
Achternaam (bij bedrijven: achternaam van de contactpersoon)
[6]
Mobiele telefoon met internationale landnummer (bij bedrijven:
mobiel telefoonnummer van de contactpersoon)
[7]
Taal (taalkeuze)
Andere invoervelden zijn:
• Adres (straat/huisnummer, bij bedrijven: straat/huisnummer van
het bedrijfsadres)
• Postcode (postcode, bij bedrijven: postcode van het bedrijfsadres)
• Stad (bij bedrijven: stad van het bedrijfsadres)
• Land (landcode van de klant, bijv. DE = Duitsland, GB = Groot-Brit-
tannië)
• Wachtwoord (Het wachtwoord moet overeenkomstig de Bosch-re-
gels ten minste 12 tekens lang zijn en naast grote en kleine letters ten
minste één speciaal teken bevatten.)
• Wachtwoord bevestigen (De herhaling moet met het eerder ingege-
ven wachtwoord overeenkomen.)
▶ Veld Verder aantikken.
Het sjabloon voor de standaardinformatie van de regeling wordt ge-
toond.
▶ Gegevens over de installatielocatie ingeven.
▶ Veld Verder aantikken.
Velden met een * zijn verplichte velden.
Het veld Geopositie hoeft niet ingevuld te worden. Door aantikken van
het veld GPS-zoekvraag worden de gegevens over de geopositie vol-
gens de gegevens van de installatieplaats berekend.
De installatieplaats wordt door de Geopositie op de kaart getoond.
Na afsluiting van de registratie volgt de aanmelding in het portaal auto-
matisch.
▶ Tik op veld Verder, om de gebruikersgegevens op te slaan.
Na afsluiting van de registratie volgt de aanmelding in het portaal au-
tomatisch.
62
22.2.3 Keuze voor MEC Remote Portal
Na de registratie is een login via de volgende pagina mogelijk:
▶ Roep het login-venster op via https://www.mec-remote.com/lo-
gin.htm.
▶ Login-venster invullen.
▶ De registratie-assistent volgen en de betreffende posities invullen.
22.3
Verbinding met de BACnet-gateway
Via de interface LAN 1 van de master-regelaar kan een verbinding met de
BACnet-gateway tot stand gebracht worden. De BACnet-gateway stelt
de BACnet-IP-interface met een overkoepelend gebouwbeheersysteem
ter beschikking, zodat samen met de Control bijvoorbeeld belangrijke
bedrijfstoestanden en relevante installatietemperaturen, maar ook
waarschuwings- en storingstoestanden kunnen worden beoordeeld.
Voorwaarde
Om een BACnet-gateway met een regelaar van de serie Control 8000 te
0010009262-001
verbinden, moet de softwareversie van de regelaar minimaal SW 1.9.x
zijn.
22.3.1 Verbinding met BACnet-gateway maken
▶ Verbind de interface LAN3 van de BACnet-gateway met LAN1 op de
master-regelaar.
De verbinding met de BACnet-gateway kan alleen via de masterregelaar
met adres 0 tot stand worden gebracht. Een verbinding via andere rege-
laars is niet mogelijk.
De instelmogelijkheden Internet, Modbus TCP / IP of BACnet zijn alleen
voor de masterregelaar met adres 0 beschikbaar.
Er is alleen een verbinding mogelijk.
Wanneer de verbinding via Modbus TCP / IP is geactiveerd, is geen in-
ternetverbinding mogelijk.
Via de interface LAN 1 van de master-regelaar kan een verbinding met de
BACnet-gateway tot stand gebracht worden.
Om de verbinding tot stand te brengen:
▶ Steek de LAN-kabel in de aansluiting LAN 1 ( afbeelding 22, [11],
pagina 22) en verbind met de Ethernet-aansluiting LAN3 of LAN4
van de gateway ( plaat van de gateway in acht nemen).
▶ Oproepen servicemenu's.
Control 8313 – 6720853778 (2023/09)