Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Koppeling Regelaar - Bosch Control 8313 Servicehandleiding Voor De Installateur

Verberg thumbnails Zie ook voor Control 8313:
Inhoudsopgave

Advertenties

Informatie over het hoofdmenu connectiviteit
1
2
LAN1 LAN2
LAN1 LAN2
CBC-BUS
4
Afb. 42 Verbinding met de regelaars
[1]
Regelaar 83xx adres 0 (master)
[2]
Regelaar 83xx adres 1 (slave)
[3]
Regelaar 83xx adres 2 (slave)
[4]
Warmtebron
Warmtebron met masterregelaar
De warmtebron met masterregelaar is de masterketel (master) en heeft
regelaaradres 0.
▶ LAN-kabel in de aansluiting LAN 2 ( afbeelding 22, [10],
pagina 22) steken.
▶ Adresschakelaar ( afbeelding 22, [5], pagina 22) op 0 zetten.
Warmtebron met slave-regelaar, onderstation (slave) en uitbrei-
dingsregelaar
Alle warmtebronnen met slave-regelaars zijn slave-cv-toestellen (slaves)
en hebben een regelaaradres > 0.
▶ Steek de LAN-kabel van de voorgaande regelaar in de aansluiting LAN
1 ( afbeelding 22, [11], pagina 22).
▶ Zet de adresschakelaar ( afbeelding 22, [5], pagina 22) op 1.
Voor de opname van bijkomende slave-toestellen:
▶ Aansluiting zoals eerder beschreven herhalen.
▶ Zet de adresschakelaar ( afbeelding 22, [5], pagina 22) op 2 of
groter.
Een adres mag geen twee keer voorkomen.
▶ Hoofdstuk 8, pagina 22 in acht nemen.
De aansluiting LAN 1 op de master-regelaar (adres 0) is voor de
internetverbinding of voor de verbinding met een GLT via Modbus TCP/
IP voorzien en moet overeenkomstig geparametreerd worden.
De aansluiting LAN 1 op regelaars met adres > 0 kan uitsluitend voor de
interne communicatie tussen regelaars van de serie Control 8000 ge-
bruikt worden. LAN 1 kan daardoor niet geparametreerd worden.
De aansluiting LAN 2 wordt in principe alleen voor de interne communi-
catie tussen regelaars van de serie Control 8000 gebruikt. Die is onaf-
hankelijk van het ingestelde regelaaradres.
Naast andere regelaars kunnen HSM plus-modules als subsystemen wor-
den geïntegreerd. Informatie hierover  hoofdstuk 18.5, pagina 52
58
3
LAN1 LAN2
CBC-BUS
CBC-BUS
0010010538-001

22.1.2 Koppeling regelaar

De Koppeling regelaar wordt binnen een instelbare periode uitge-
voerd. Hierbij zoekt de masterregelaar naar verdere CBC-busdeelne-
mers op de CBC-bus. Alle regelaars die zich aangemeld hebben,
verschijnen in het systeemoverzicht van de masterregelaar.
1
2
12
11
10
6
7
Afb. 43 Installatie-overzicht (voorbeeld)
[1]
Installatie van de masterregelaar
[2]
Statusindicatie van de betreffende regelaar
[3]
Geselecteerde regelaar (hier masterregelaar met regelaaradres 00)
[4]
Regelaar in netwerk (slave-regelaar met adres 01)
[5]
Netwerkcomponent (slave-regelaar met adres 02)
[6]
Netwerkcomponent (slave-regelaar met adres 03)
[7]
Aangesloten HSM plus-modules
[8]
BACnet-gateway
[9]
Wisselen naar aanzicht van de masterregelaar (wordt alleen bij
slave-regelaars getoond)
[10] Extra informatie over de gekozen regelaar
[11] Veld om naar het vorige menu/beeld van de gekozen regelaar te
gaan
[12] Veld om naar de gekozen regelaar in het systeemoverzicht of het
regelaaroverzicht te gaan
Het koppelingsproces loopt na de start op de achtergrond.
Tijdens het koppelingsproces mogen op geen van de regelaars bedienin-
gen of instellingen worden uitgevoerd.
Om de regelaars met elkaar te verbinden:
Masterregelaar
De communicatiekabel met andere regelaars moet op LAN 2 zijn aange-
sloten.
▶ Servicemenu oproepen ( hoofdstuk 6.9, pagina 19).
▶ Veld
aantikken.
▶ Activeren aantikken.
Een invoerveld verschijnt.
▶ Doorgaan aantikken.
▶ Slaves activeren.
Alle regelaars moeten binnen de onder Activeringstijd van alle rege-
laars ingestelde tijd worden geactiveerd.
3
4
5
12:00
02
9
Control 8313 – 6720853778 (2023/09)
2
8
0010033482-003

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cc 8313

Inhoudsopgave