Informatie over het hoofdmenu warmteproductie
De ketelcircuitpomp schakelt onmiddellijk in zodra de warmtebron
wordt gevraagd.
Bij ketels met Ecostream of NT-aanvoer schakelt de pomp pas in als de
op de FK sensor ingestelde aanvoertemperatuur is bereikt (bedrijfsom-
standigheden).
De ketelbeveiligingsfuncties, bijv. de maximale keteltemperatuur (maxi-
male aanvoertemperatuur) of de maximale spreiding (maximale Δ T),
zijn altijd actief!
Uit/Aan
Deze instelling is zinvol voor enkel- of meertraps ketelcircuitpompen.
Deze instelling is niet geschikt voor Ecostream- en lagetemperatuurke-
tels.
Gebruiksvoorwaarden cv-toestel
De bedrijfsomstandigheden van de ketel worden verzekerd door de
branderautomaat van de warmtebron.
Volgens vermogen
Deze instelling is zinvol voor warmtebronnen die bedrijfsvoorwaarden
hebben voor de retourtemperatuur.
Voorwaarde: Modulerende pomp > Aan
Als de bedrijfsomstandigheden van de warmtebron het toelaten, wordt
de ketelcircuitpomp gemoduleerd volgens het brandervermogen. De
pomp wordt op 100 % van zijn snelheid aangestuurd totdat de be-
drijfsomstandigheden zijn bereikt. Wanneer de warmtebron de maxima-
le keteltemperatuur nadert, draait de pomp ook op 100 % van zijn
snelheid, ook als de brander terug moduleert. Dit is ter bescherming van
de ketel.
Voorbeeld: Minimum retourtemperatuur 50 °C, Retourtemperatuur
offset 20 K
Pomp aan: bij een verzoek van de brander, pomp uit: als de warmtebron
geen behoefte meer heeft, plus de ingestelde pompnalooptijd.
Modulerend conform delta-T
Deze instelling is geschikt voor alle warmtebronnen (met uitzondering
van lagetemperatuurketels of Ecostream-ketels) die hydraulisch zijn ge-
ïntegreerd via een open verdeler. Bij deze aansturing wordt via de toe-
rentalregeling een temperatuurverschil tussen de ketel (FK) en de
systeemvoeler (FZ/FVS) gecorrigeerd.
Instelling: Temperatuurverschil toestel/open verdeler > 2 K
Met activering van de parameter Maximaal temperatuurverschil active-
ren wordt ook de volgende parameter gebruikt om de modulatie aan te
sturen:
Maximaal toegestaan temperatuurverschil warmtebron
Overeenkomstig ketelaanvoertemperatuur
Dit type aansturing wordt gekozen bij de LoadPlus-aansturing, voor con-
densatieketels en centrale bufferopslag.
▶ Planningsdocument aanhouden.
Vereiste: er is een FM-CM geïnstalleerd en deze is Hydraulische koppe-
ling > Buffervat gekozen.
De ketelcircuitpomp moduleert naar een gewenste keteltemperatuur
(gewenste waarde + offset). Condensatieketels genieten de voorkeur,
aangezien deze geen invloed hebben op de bedrijfsomstandigheden.
Instellingen: Gebruiksvoorwaarden cv-toestel > Cv-toestel/geen
Maximale verhoging van de aanvoertemperatuur bij bufferlading >
2 K
Hydraulische koppeling > Buffervat
50
Door het activeren van de parameter Maximaal temperatuurverschil ac-
tiveren worden de volgende parameters ook gebruikt om de modulatie
aan te sturen:
Maximaal toegestaan temperatuurverschil warmtebron, Bereik van de
maximale pompmodulatie, Bereik van de proportionele pompmodula-
tie.
Minimaal debiet
Deze instelling is geschikt voor alle warmtebronnen (met uitzondering
van lagetemperatuurketels of Ecostream-ketels) die hydraulisch zijn ge-
ïntegreerd via een platenwarmtewisselaar. Bij deze aansturing wordt via
de toerentalregeling een maximaal mogelijke temperatuurspreiding van
de warmtebron geregeld. Hierdoor kunnen hoge ketel-/installatietempe-
raturen snel worden bereikt. Afhankelijk van de beveiligingsfuncties van
de ketel wordt het pomptoerental verlaagd tot het minimale debiet.
Aansturing van de toestelcircuitpomp via 0 ... 10 V
De toestelcircuitpomp kan modulerend via een 0 ... 10-V-uitgang aange-
sloten worden (PK MOD).
Voor minimale en maximale spanningswaarden van de pomp:
▶ Neem de aanwijzingen van de pompfabrikant in acht.
▶ Bij pompen met startcontact: parameters Spanning voor min. volu-
mestroom en Spanning voor max. volumestroom instellen.
Afhankelijk van de gebruikte warmtebron kunnen aanvullende instellin-
gen (parameter maximale temperatuurspreiding activeren) nodig zijn.
Aanbeveling: warmtewisselaar voor systeemscheiding inbouwen.
Om een perfect bedrijf te garanderen, moet de toestelcircuitpomp pas-
send bij het hydraulische systeem van de cv-installatie gekozen worden:
Vermogen
Benodigd temperatuurverschil [K]
[kW]
5
50
8,6
75
12,9
100
17,2
150
25,8
200
34,4
300
51,6
500
86,0
750
129,0
1000
172,0
1500
258,0
2000
343,9
Tabel 28 Aanbevolen volumestroom voor de dimensionering van de ke-
telcircuitpomp PK [ m³/h]
0 ... 10 V volgens vermogen
Het 0 ... 10-V-signaal richt zich naar het actueel gevraagde branderver-
mogen:
• 100 % brandervermogen = 10 V (maximale modulatie van de pomp)
• Minimale brandervermogen = 0 V (minimale modulatie van de pomp)
18.2
Maximum temperatuur bij EMS-ketels
De Maximum temperatuur wordt bij EMS-toestellen door SAFe van de
warmtebron opgegeven, die met de regelaar verbonden is.
Als de warmtebron de ingegeven Maximum temperatuur, niet bereikt,
kan die ook door externe parameters begrensd zijn. Bijvoorbeeld door:
• Een regelaar in de gebruikte warmtebron
• Een branderautomaat (SAFe) in de gebruikte warmtebron
• Een 0 ... 10-V-signaal van een externe gewenste waarde
10
15
20
4,3
2,9
2,1
6,4
4,3
3,2
8,6
5,7
4,3
12,9
8,6
6,4
17,2
11,5
8,6
25,8
17,2
12,9
43,0
28,7
21,5
64,5
43,0
32,2
86,0
57,3
43,0
129,0
86,0
64,5
172,0
114,6
86,0
Control 8313 – 6720853778 (2023/09)