Inhoudsopgave
Advertenties
Warmwater
13.1
Fabrieksinstelling
Parameter
Instellingen/instelbereik
Fabrieksinstelling
Geen
ZM
EMS
Warm water FM-MW
Tabel 20 Menu Warm water > Fabrieksinstelling
13.2
Menu instellingen warmwater
Wanneer meerdere mogelijkheden bestaan voor de warmwatervoorzie-
ning, dan worden deze genummerd.
Parameter
Warm water
Warm water FM-MW
Maximaal vrijgegeven inge-
stelde temperatuur
Schakeldifferentie (hystere-
se)
Verhoging systeemeis
Pompnadraaitijd
Externe storingsmelding
Extern contact
40
Uit/Aan
Instellingen/instelbe-
Toelichting
reik
ZM
Instelling waarmee het warm water moet wor-
den gegenereerd.
Geen
Aan/Uit
–
60...90 °C
Bepalen van de maximaal toegestane gewens-
te temperatuur voor warm water
-2...-5...-20 K
Instelling met hoeveel Kelvin (K) onder de in-
gestelde warmwatertemperatuur het laden
van de boiler begint.
0...20...40 K
De verhoging van de toesteltemperatuur
wordt aan de gewenste warmwatertempera-
tuur toegevoegd en resulteert in de aanvoer-
temperatuur voor de warmwaterbereiding.
0...3...60 min
Instelling hoeveel minuten een pomp nog in-
geschakeld moet blijven als de inschakelvoor-
waarde niet meer voorhanden is.
Geen
Op de aansluitklemmen WF1 en WF2 van de
moduleFM-MW kan een externe potentiaal-
Pomp
vrije storingsmelding van een boilerlaadpomp
Inertanode
of een inert-anode aangesloten worden.
Geen
Instelling welke functie door bedienen van het
externe contact uitgevoerd wordt.
Verwarming voor ther-
mische desinfectie
Aansluitklemmen WF1 en WF3
Eenmalige opwarming
Toelichting
Geen warmwaterbereiding aanwezig
De warmwaterbereiding wordt uitgevoerd
door de regelaar (centrale module, klem-
men: PS, PZ, FB).
De warmwaterbereiding wordt via de
EMS-warmtebron uitgevoerd.
Extra warmwaterbereiding wordt uitge-
voerd door de functiemodule FM-MW.
Aanwijzing
–
Afhankelijk van de geïnstalleerde warmte-
bron ( hoofdstuk 20, pagina 56)
Opgelet:
bij selectie EMS is slechts één warmwater-
bereiding mogelijk. Bij EMS wordt de
warmwatervoorziening via de EMS-warm-
tebron met 3-wegklep uitgevoerd. De
warmwatertemperatuursensor moet op
de warmtebron aangesloten worden.
Als de EMS-warmtebron geen 3-wegklep
heeft, moet warm water via de moduleZM
worden ingesteld en moet de warmwater-
temperatuursensor op de regelaar worden
aangesloten.
–
Opmerking
–
Verschijnt alleen als er een FM-WM-module
aanwezig is.
Het wijzigen van deze parameter kan bij het
gebruik van warm water tot verbranding lei-
den.
▶ Stel de nalooptijd van de pomp in afhanke-
lijk van de waterinhoud van de warmte-
bron.
Voor een snelle warmwateropwarming is de
fabrieksinstelling het meest geschikt (1 K
komt overeen met 1 °C).
–
Wordt alleen weergegeven bij gebruik van de
functiemodule FM-MW. Klemmen WF1 en
WF2 zijn bij de aansluiting van de ketelcircuits
(ZM-module) niet beschikbaar.
• Contacten WF1 en WF2 gesloten = geen
storing
• Contacten WF1 en WF2 open =
storing aanwezig
Wordt alleen weergegeven bij gebruik van de
functiemodule FM-MW. Klemmen WF1 en
WF3 zijn bij de aansluiting van de ketelcircuits
(ZM-module) niet beschikbaar.
Control 8313 – 6720853778 (2023/09)
Advertenties
Inhoudsopgave
