Warmte-opwekking
Parameter
Blokkeerbeveiliging pomp/meng-
klep
VES-module via Modbus RTU
Cv-bedrijf bij communicatieverlies
Cv-toestel bedrijfsmodus
Gewenste waarde aanvoertempe-
ratuur
Toestelvermogen
Tabel 10 Cv-toestel fabrieksinstelling EMS
11.3
Strategiegegevens
Strategiegegevens kunnen alleen in de regelaar met adres 0 worden in-
gesteld. Ook bij installaties met een warmtebron moeten de basisinstel-
lingen altijd worden uitgevoerd.
Parameter
Aantal actieve warmtebronnen 0...1
Hydraulische koppeling
Verhoging aanvoertemperatuur
voor open verdeler activeren
Verhoging van de aanvoertem-
peratuur voor de evenwichts-
flestemperatuur
Externe warmteherkenning ac-
tief
Vreemde warmtebron te hoge
temperatuur
30
Instellingen/instelbereik
Uit/Aan
Uit/Aan
Uit/Aan
Temperatuurgestuurd
Vermogen-gestuurd
5...50...100 °C
0...100 %
Instellingen/instelbereik
Evenwichtscollector
Direct
Buffervat
Uit/Aan
5...20...30 K
Uit/Aan
5...10...20 K
Toelichting
Instelling of een pomp/mengklep re-
gelmatig gedurende een korte tijd in-
geschakeld moet worden om een
blokkering bij langere stilstand te
verhinderen.
Aan: VES-module (ontziltingsmodu-
le) is aangesloten.
Instellingen, met welke waarden een
slave-regelaar moet werken, wan-
neer de communicatie met de mas-
terregelaar is verbroken.
De warmtebron werkt met de inge-
stelde Gewenste waarde aanvoer-
temperatuur.
De warmtebron werkt met de inge-
stelde Toestelvermogen.
Vermelding, met welke gewenste
aanvoertemperatuur de warmte-
bron moet werken.
Vermelding, met welk vermogen de
warmtebron moet werken.
Bij installaties met meerdere toestellen:
▶ Installeer eventueel in de master-regelaar, afhankelijk van de
systeemstructuur FM-CM.
Warmteproductie > Strategiegegevens
Toelichting
Aantal warmtebronnen instellen.
Vraag, hoe de warmtebron -hydraulisch
is gekoppeld en - hydraulisch is geschei-
den.
Geen hydraulische scheiding
De warmtebron is op een buffervat aan-
gesloten.
Om de verdeler van voldoende energie te
voorzien, wordt de temperatuurverho-
ging bij de gevraagde aanvoertempera-
tuur opgeteld.
Als er aan de sensor FZ voldoende warm-
te voor de installatietoevoer voorhanden
is, wordt de start van de warmtebron
verhinderd. Wanneer de gewenste in-
stallatiewaarde met 4 K wordt onder-
schreden, wordt de warmtebron gestart.
Wanneer de temperatuur bestaande uit
de gewenste systeemwaarde en inge-
stelde Vreemde warmtebron te hoge
temperatuur wordt overschreden, wordt
de warmtebron geblokkeerd.
Aanwijzing
▶ Aanvullende instellingen nodig
(hoofdstuk 11.6, pagina 33 en
hoofdstuk 18.4, pagina 51)
Wordt alleen weergegeven voor sla-
ve-regelaars met een adres > 0.
De instellingen gelden alleen voor de
warmtebron waarop de regelaar is
gemonteerd.
Het is nuttig om voor elke slave-rege-
laar de juiste instellingen uit te voe-
ren.
Aanwijzing
De regelaar waarin de FM-CM is inge-
bouwd (masterregelaar) moet regeltoe-
steladres 0 hebben.
Bijvoorbeeld open verdeler, warmtewis-
selaar
De warmtebron wordt zonder toestelcir-
cuit gebruikt.
Instelling voor de Control 8000
LOAD plus-technologie. Een FM-CM is
absoluut noodzakelijk.
▶ Planningsdocument aanhouden.
–
De ingestelde waarde is de maximale
waarde. Afhankelijk van de regelparame-
ter is de werkelijke waarde variabel.
Temperatuursensor FZ bevindt zich in de
open verdeler, warmtewisselaar of in het
buffervat.
–
Control 8313 – 6720853778 (2023/09)