Menustructuur
10.2
Moduleconfiguratie
Bij het inschakelen van de regelaar of na een reset worden de modules
automatisch herkend en ingelezen.
Als de modules niet automatisch herkend worden:
▶ Modules manueel instellen.
Submenu
Insteekplaats A
Type warmtebron
Hydraulische selectie op de centrale
module ZM
EMS Bus
EMS Bus
FM-AM-configuratie
26
Instellingen/instelbereik
ZM5313
zonder brander
met SAFe
met EMS
Onderstation
Ketelcircuit
Ongemengde groep
Menggroep
Niet actief
Zonne-energiesysteem
Verswaterstation
Cv-toestel (EMS)
Cv-toestel vloerst. (EMS2)
Cv-toestel wandh. (EMS2)
Niet actief
Warmtepomp Buderus WLW276 /
Bosch CS3000 met Bus aansluiting
Warmtepomp Buderus WLW286 /
Bosch CS5000 met Bus aansluiting
WKK Tedom met Busverbinding
WKK EC Power met Bus aansluiting
WKK Buderus/Bosch met Busver-
binding
WKK Buderus/Bosch met Busver-
binding v2
Alternatief warmtebronsysteem ge-
regeld
Alternatieve warmtebron extern ge-
regeld
Toelichting
Centrale module ZM in sleuf A wordt
automatisch herkend.
Geen warmtebron aanwezig.
Parameters van de toestelregelaar
en de SAFe worden door de warmte-
bron in de regelaar overgenomen.
Parameters van de toestelregelaar
worden door de warmtebron in de
regelaar overgenomen.
De regelaar wordt als onderstation
gebruikt.
Het regelcircuit op de centrale mo-
dule wordt als toestelcircuit ge-
bruikt.
Het regelcircuit op de centrale mo-
dule wordt als cv-circuit (00) ge-
bruikt.
Vermelding, welke extra module/
functie via de BUS op de regelaar is
aangesloten.
Selectie welke alternatieve warmte-
bron wordt aangestuurd en de inte-
gratie daarvan (Modbus/digitale en
analoge signalen).
Opmerking
Centrale module ZM is nodig om een
ketel of toestel te regelen en aan te
sturen.
Regeling wordt autonoom als mas-
terregelaar met adres 0 of als uit-
breiding met adres > 0 gebruikt.
–
Opgelet: De SI- en EV-aansluitklem-
men moeten geopend zijn
( hoofdstuk 5.5.2, pagina 10 en
hoofdstuk 18.2, pagina 50)!
▶ Bij aansluiting van een zonnepa-
neel Hoofdstuk 5.9, pagina 12
aanhouden.
Er kan geen warmtebron worden
aangesloten.
▶ Hoofdstuk 17 aanhouden
( pagina 45).
Toestelcircuit/cv-circuit 00 met de
aansluitklemmen PK, SR, FZ
( Hoofdstuk 19, pagina 52)
▶ Hoofdstuk 5.9 aanhouden
( pagina 12)
Wordt alleen getoond, wanneer een
Type warmtebron > met EMS is in-
gesteld. Er moet ook een FM-CM V2
zijn geïnstalleerd en geselecteerd.
▶ Hoofdstuk 5.5.2, pagina 10 in
acht nemen.
Verschijnt alleen als in één van de
aansluitingen FM-AM is geselec-
teerd.
Bij selectie van een warmtepomp
met busverbinding:
meer informatie over de integratie
van warmtepompen via Modbus RTU
Document behorend bij FM-AM -
Over de integratie van de warmte-
pomp via Modbus RTU
Control 8313 – 6720853778 (2023/09)