Installatie
Cv-ketel
SAFe
GC7000F
42
220
GC7000F
42
220
GC7000F
44
240
GC7000FP
44
240
–
42/44
220/240
1) BIM = branderidentificatiemodule
Tabel 3 SAFe-versie
De SAFe-versie kan in het menu worden ingezien:
▶
Servicemenu >
Monitorgegevens > Warmteproductie >
SAFe > Algemene gegevens
10
1)
SAFe-versie
BIM-nummer
4,28
6211
6212
6214
6215
4,43
6211
6212
6214
6315
4,28
6201
6202
6303
6204
6305
4,43
6201
6202
6303
6204
6305
5,04
6501
6502
6503
6504
6505
6506
5,18
6501
6502
6503
6504
6505
6506
5,04
6601
6602
6603
5,18
6601
6602
6603
4,28/5,04
6102
6103
6104
6105
4,43/5,18
6102
6103
6104
6105
5.5.2
Aansluiten van een EMS-warmtebron
OPMERKING
Materiële schade door verkeerde aansluiting!
Bij aansluiting van EMS-warmtebronnen:
▶ Draadbrug op de EV-klem en de aansluitklem SI 17, 18 op de netmo-
dule NM582 verwijderen.
▶ Beveiligingen direct op het EMS-toestel aansluiten.
EMS-warmtebronnen zijn warmtebronnen, die een eigen basisregeling
(een eigen cv-watertemperatuurregeling) hebben. De branderautomaat
is op de basisregeling van de warmtebron aangesloten. Als er een instal-
latieregeling aanwezig is, is deze boven de basisregeling van de warmte-
bron geplaatst.
De bedieningsunit van de regelaar en de regeling van de warmtebron zijn
direct met elkaar verbonden.
Aansluitingen:
• Op de achterkant van de bedieningsunit op de aansluitklemmen EMS
( afb. 4, [4], pagina 9) met
• Basisregeling op de warmtebron op de aansluitklemmen (EMS)-BUS
Bij aansluiting van een cv-toestel via de aansluitklemmen EMS:
▶ Draadbrug op de EV-klem en de aansluitklem SI 17, 18 op de netmo-
dule NM582 verwijderen.
De aansluiting EV heeft in combinatie met EMS-cv-toestellen geen func-
tie!
▶ Sluit externe veiligheidsinrichtingen, die tot blokkering moeten
leiden, direct op het EMS-cv-toestel aan.
5.5.3
Aansluiting via de interface Modbus
De Modbus-interface maakt gebruik van het Modbus-RTU-gegevenspro-
tocol.
• Het is niet geschikt voor communicatie met gebouwbeheersystemen
(GLT).
• Componenten die ook kunnen communiceren via Modbus-RTU (bijv.
WKK, VES-bypass-ontzilting) kunnen worden aangesloten op de
Modbus-RTU-interface.
Het gebruik van de interface vereist mogelijk extra componenten.
Voor warmtebronnen (bijvoorbeeld WKK) die via de Modbus-RTU
aangesloten worden ( afb. 4, [3], pagina 9):
▶ Sluit de communicatiekabel op de aansluiting Modbus-RTU aan.
▶ Neem de aansluiting op de warmtebron in acht.
Om spanningsoverdrachten te vermijden:
▶ Sluit het scherm van de kabel uitsluitend op een regelaar aan!
Control 8313 – 6720853778 (2023/09)