Handleiding Serie TT-2000
3
INSTALLATIE TRANSMITTER
3.1
LASINSTRUCTIE
Installatie van de lasnippel dient bij voorkeur uitgevoerd te worden door een gekwalificeerde lasser.
Las Argon, MIG of TIG met de kleinst mogelijke lasstift.
1.
Maak een gat ter grootte van de lasnippel, zodat deze daar precies in past.
2.
Verwijder de lasnippel van de transmitter.
3.
Plaats eventueel een lasdoorn in de lasnippel en schroef deze vast.
4.
Positioneer de lasnippel in de tank c.q. pijpleiding en hecht deze op minimaal 6 plaatsen.
5.
Las in de volgorde zoals aangegeven in bovenstaande figuur.
E.e.a. goed laten afkoelen na elke las.
Gebruik bij voorkeur 0,762 tot 1,143 mm (0,03 tot 0,045 in.) roestvast stalen staven als
vulmateriaal.
6.
Verwijder de lasdoorn na het lassen.
3.2
MONTAGE STAND
Wanneer de transmitter horizontaal is gemonteerd, dient de PG9 wartel naar beneden te wijzen.
3.3
KALIBRATIE
Alle transmitters worden van fabriekswege afgeregeld op het door de klant gewenste meetbereik.
Indien geen afregelbereik is opgegeven, dan wordt de transmitter afgeregeld 0 – 100 °C.
H/NL/TT-2000-Ex/07-2022/10
WAARSCHUWING
LAS NOOIT DE GEHELE OMTREK IN ÉÉN KEER AF.
Te veel warmte inbreng zal de lasnippel vervormen.
E.e.a. goed laten afkoelen na elke las.
Klay Instruments b.v.
Pagina 4/15