3
1. Introductie
We zijn blij met uw keuze voor het product aangeboden door SATEL en hopen dat u tevreden
bent met uw keuze. Bent u zich ervan bewust dat wij altijd bereid zijn professionele assistentie
en informatie over uw product willen verstrekken.
2. Technische Prestaties van het Alarm Systeem
De centrale is uitgevoerd met een aantal beschermingen en automatische diagnose
eigenschappen om de systeem prestaties te waarborgen. Detectie van onregelmatigheden
worden gesignaleerd door de
situatie direct en, indien nodig neemt u contact op met uw installateur.
Een functionele test van het alarm systeem dient op reguliere basis te worden uitgevoerd.
Controleer dat de centrale reageert op activering van detectoren, en dat het uitzicht van deze
detectoren niet zijn belemmerd, en dat er reactie is bij het openen van beveiligde deuren, en
dat de signalerende apparaten en telefoonberichten juist functioneren.
Het is in het belang van de gebruiker te voorzien en vooraf de procedures te volgen wanneer
de centrale de signalering start bij een alarm. Het is belangrijk te weten hoe het alarm te
identificeren en de bron te weten op basis van de bediendeel informatie, en de te ondernemen
actie, bijv., een georganiseerde evacuatie.
3. Algemene Beschrijving
Alarm – reactie van het Alarmsysteem bij detectie van een inbreker door één van de
detectoren in het beschermde gebied, of door een andere gebeurtenis in het beschermde
gebied (bijvoorbeeld: glasbreuk detectie, gas detectie, etc.). Het Alarm kan worden
gegenereerd via Bediendelen, proximity Kaartlezers, Flitsers of door Sirenes (gedurende
een gedefinieerde tijd of totdat het alarm is hersteld). Tevens kan de informatie van een
Alarm verzonden worden naar een Particuliere Alarmcentrale (PAC) of naar een Gebruiker.
Alarm zone – de zone waarbij indien deze geactiveerd wordt, dit kan resulteren in een Alarm.
Beveiligd Gebied – het gebied bewaakt met detectoren in een deel van het alarmsysteem.
Blok – een deel van het beveiligde gebied met een aantal van de zones. De verdeling van het
systeem in Blokken maakt het mogelijk gebruikers alleen toegang te verlenen aan gebieden
waar deze voor geselecteerd zijn en zo en het toegangslimiet te beperken voor bepaalde
delen van een pand. Deze gebruikers kunnen dan één of meerdere delen in of uitschakelen
van het beveiligde gebied.
Brandalarm – alarm geactiveerd door brand detectoren, een knop of via het bediendeel.
Code – een volgorde van cijfers welke de gebruiker toestaat het Alarmsysteem te bedienen
via het code bedienpaneel.
Dag Ingeschakelde mode – de status waarin alleen sommige zones in het Blok zijn
Ingeschakeld en geprogrammeerd zijn door de Installateur. De installateur dient aan te
geven welke zones behoren bij deze Dag ingeschakelde mode, zodat wanneer de gebruiker
in het beschermde gebied blijft er geen risico is dat het alarm afgaat gedurende overdag.
Indien geen zone voor deze mode geprogrammeerd zijn door de installateur, is het niet
mogelijk door de Gebruiker het Alarm in te schakelen in deze Mode.
Detector – een basis component van het alarmsysteem welke de omgeving analyseert en
indien er een situatie voordoet herkend als zijnde alarm, zal deze informatie worden
doorgezonden naar het alarmsysteem (Bijvoorbeeld: Infrarood detectoren bij het registreren
van beweging, magneetcontacten bij het openen van een deur of raam, glasbreuk
detectoren bij het breken van glas, gas detectoren bij het bemerken van gas, etc.).
Gebruikershandleiding
[
] LED op het bediendeel. Reageer bij zo een
STORING
SATEL