SATEL
met het serienummer, welke ingevoerd dient te worden bij de registratie, kan gevonden
worden op de print.
In het INTEGRA / VERSA alarmsysteem zal de detector geïdentificeerd worden als
AOCD-250.
Gelijktijdige werking van de detector in de ABAX 2 en ABAX controller / INTEGRA
128-WRL alarmsysteem is niet mogelijk.
3. Sluit de behuizing.
4. Selecteer de plaats waar de detector geïnstalleerd moet worden en bevestig deze daar
tijdelijk.
5. Controleer het ontvangen signaalniveau van de detector door de ABAX 2 / ABAX
controller of door het INTEGRA 128-WRL alarmsysteem. Indien het signaal lager is dan
40%, selecteer dan een andere installatie locatie. Soms is het voldoende om het apparaat
10 tot 20 cm te verplaatsen om een aanzienlijke verbetering van de signaal kwaliteit te
verkrijgen.
Met de ARF-200 tester kunt u op de toekomstige installatielocatie de draadloze
signaalsterkte controleren, zonder dat u daar detector hoeft te plaatsen.
6. Open de behuizing (Fig. 5).
7. Duw de bevestiging haken naar buiten en verwijder de elektronische print (Fig. 6).
8. Maak gaten in de behuizing.
Om de dichtheid te verzekeren, maak alleen openingen op de speciaal daarvoor
bestemde plekken.
9. Schroef de behuizing direct op de muur (Fig. 7) of plaats deze op de muur
vastgeschroefde hoekbeugel (Fig. 8). De meegeleverde muurpluggen zijn bedoeld voor
beton, baksteen, enz. Gebruik voor andere soorten oppervlakken (gipsplaat, holle
wanden) de juiste muurpluggen. Gebruik de kleinere schroef voor het gaatje aangeduid
met letter A in figuren 7 en 8. Fig. 9 toont de mogelijke installatie (de detector kan ook
gemonteerd worden op de verstelbare beugels, BEUGEL A en BEUGEL B, aangeboden
door SATEL).
Als de detector moet voldoen aan de EN50131-2-4 eisen voor Grade 2, installeer deze
dan niet op de montagebeugel (indien geïnstalleerd op de beugel voldoet de detector
aan de standaard eisen voor Grade 1).
10. Plaats de elektronische print in de behuizing.
11. Sluit de behuizing.
AOCD-260
5