2
Alarmen
De detector zal een alarm rapporteren:
• na het detecteren van beweging in het beveiligde gebied door beide detectoren, binnen
een periode van 5 seconden (dit alarm kan alleen in de actieve mode worden
gerapporteerd – zie "Werkingsmode"),
• na detecteren van een storing in het bewegingsdetectie systeem,
• na openen van de sabotageschakelaar (sabotage alarm).
Werkingsmode
Actief – informatie over een sabotage alarm en bewegingsdetectie alarm wordt direct
verzonden. De radar detector is ingeschakeld nadat beweging door de infrarood detector
gedetecteerd is.
Passief – informatie over een sabotage alarm wordt direct verzonden. De radar detector is
uitgeschakeld en zal geen alarm activeren nadat beweging gedetecteerd is. Tijdens de
periodieke communicatie wordt informatie verzonden of de PIR detector beweging
gedetecteerd heeft. Deze werkingsmode verlengt de gebruiksduur van de batterij.
De detector werkingsmode wordt op afstand geconfigureerd. Als de detector wordt gebruikt
in het INTEGRA / VERSA alarmsysteem, is de werkingsmode afhankelijk van de blok status
(blok uitgeschakeld – passieve mode, blok ingeschakeld – actieve mode). Raadpleeg de
handleiding van de ABAX 2 / ABAX controller / INTEGRA 128-WRL handleiding voor meer
informatie.
Energiebesparende mode (ECO)
Als u de levensduur van de batterij wilt verlengen, kunt u in de detector de optie "ECO"
inschakelen. Wanneer de optie "ECO" ingeschakeld is, vindt de periodieke communicatie
elke 3 minuten plaats. Zo kan de levensduur van de batterij tot vier keer worden verlengd. De
optie is alleen beschikbaar in het ABAX 2 systeem. De detector met "ECO" optie
ingeschakeld voldoet aan de eisen van de EN50131-2-4 standaard voor Grade 2.
Test mode
In de test mode is de LED ingeschakeld, waardoor het testen van de detector eenvoudiger
wordt. Het starten en beëindigen van de test mode wordt beschreven in de ABAX 2 / ABAX
controller handleiding / de INTEGRA 128-WRL alarmsysteem handleiding.
LED
De LED knippert afwisselend rood, groen en blauw voor ongeveer 45 seconden na het
plaatsen van de batterij, waarmee de opwarming van de detector wordt aangegeven. De LED
werkt ook in de test mode en geeft het volgende weer:
• periodieke communicatie – korte knipperen (80 milliseconden),
• bewegingsdetectie door de radar detector – groen voor 4 seconden,
• bewegingsdetectie door de PIR detector – blauw voor 4 seconden,
• alarm – rood voor 2 seconden.
Supervisie op het bewegingsdetectie systeem
Wanneer het bewegingsdetectie systeem niet juist functioneert, meldt de detector een alarm
tijdens de periodieke communicatie. Het alarm zal aanhouden totdat de fout gereset is (lange
activering).
Batterijstatus controle
Indien het voltage van de batterij onder de 2.75 V komt, dan wordt een lage batterij melding
mee verzonden tijdens elke transmissie.
AOCD-260
SATEL