S Indien de rem reeds is geactiveerd, wordt
deze uitgeschakeld door de voorste hand-
bescherming zover mogelijk naar de
voorste handgreep te trekken.SBij het za-
gen met de kettingzaag, dient de kettin-
grem niet te zijn geactiveerd.
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Controle van functioneren kettin-
grem
WAARSCHUWING
grem moet dagelijks verschillende keren
worden gecontroleerd. Bij het uitvoeren van
deze procedure moet de motor draaien. Dit
is de enige keer dat de zaag op de grond
moet worden gezet terwijl de motor loopt.
BELANGRIJKE PUNTEN
S Controleer de kettingspanning altijd bij elk
gebruik, en vul uw zaag op met brandstof.
Zie de DE KETTINGSPANNING CON-
TROLEREN op MONTAGE.
S Zaag alleen hout. Zaag geen metaal, ma-
terialen van plastic, metselwerk, niet-hou-
ten bouwmaterialen, enz.
S De stootpunt kan worden gebruikt als een
draaipunt bij het zagen.
S Stop de zaag wanneer de ketting een
vreemd voorwerp raakt. Controleer de
zaag en vervang indien nodig onderdelen.
S Houd de ketting uit de buurt van modder en
zand. Zelfs een kleine hoeveelheid modder
zal een ketting snel spanningsloos maken
en de kans op terugslag doen toenemen.
S Oefen met zagen op een aantal kleine
boomstammen door middel van de vol-
gende technieken om u een "gevoel" voor
het gebruik van uw zaag te geven, voordat
u met het grote zaagwerk begint.
S Knijp de gashendel in en geef de motor
gelegenheid op volle snelheid te ko-
men voordat u met zagen begint.
S Begin met zagen met het zaagframe te-
gen de boomstam.
S Houd de motor op volle snelheid gedu-
rende de volledige tijd dat u aan het za-
gen bent.
S Laat de ketting het zagen voor u te
doen. Oefen slechts lichte neerwaartse
druk uit.
S Laat de gashendel los zodra het zagen
is voltooid, zodat de motor stationair
kan draaien. Indien u de zaag op volle
snelheid laat draaien zonder dat er iets
te zagen is, kan er onnodige slijtage op-
treden.
Zet de zaag op stevige ondergrond. Pak de
achterste hendel met uw rechterhand beet, en
de voorste hendel met uw linkerhand. Geef vol
gas door de gashendel volledig in te trekken.
Activeer de kettingrem door uw linkerpols te-
gen de handbescherming aan te draaien en
zonder de voorste hendel los te laten. De ket-
ting moet onmiddellijk stoppen.
Controle van activeren door
traagheid
WAARSCHUWING
voeren van de volgende procedure moet de
motor uitgeschakeld zijn.
Pak de achterste hendel met uw rechterhand
beet, en de voorste hendel met uw linkerhand.
Houd de kettingzaag ongeveer 35 cm boven
een boomstronk of ander voorwerp met een
houten oppervlak. Laat de voorste hendel los
: De kettin- -
en gebruik het gewicht van de zaag om de bo-
venkant van de kettinggeleider naar voren te
laten vallen en in aanraking te laten komen met
de boomstronk. Wanneer de tip van de stang
de boomstronk raakt, moet de rem geactiveerd
worden.
SNIJMETHODEN
S Om te voorkomen dat u de controle
verliest zodra het zagen voltooid is, di-
ent u geen druk uit te oefenen op de
zaag bij het einde van het zagen.
S Stop de motor voordat u de zaag neerlegt.
TECHNIEKEN VOOR HET VELLEN
VAN BOMEN
WAARSCHUWING
de buurt van gebouwen of elektrische bedra-
ding indien u niet weet in welke richting de
boom zal vallen, niet 's nachts omdat u dan
niet goed kunt zien, of niet tijdens slecht
weer zoals regen, sneeuw of sterke wind
omdat het vallen dan onvoorspelbaar is.
Maak eerst een zorgvuldige planning voor
uw zaagwerkzaamheden. U heeft een leeg
werkterrein rondom de boom nodig zodat u
stevig kunt staan. Controleer op gebroken of
dode takken die kunnen vallen en u ernstig
letsel kunnen bezorgen.
De volgende natuurlijke omstandigheden
kunnen ervoor zorgen dat de boom in een
bepaalde richting zal vallen:
S De windrichting en - -snelheid.
S De overhelling van een boom. De overhel-
ling van een boom hoeft niet altijd duidelijk
te zijn vanwege ongelijk of hellend terrein.
Gebruik een schietlood of een waterpas
om de richting van het overhellen van de
boom te bepalen.
S Gewicht en takken aan één kant.
S Omringende bomen en obstakels.
Wees op uw hoede voor vertering en verrotting
. Indien de stam verrot is, kan deze breken en
in de richting van de bediener van de zaag
vallen. Wees er zeker van dat er voldoende
ruimte is voor het vallen van de boom. Houd
27
: Bij het uit-
: Zaag niet in