6
Toegang bij IN [Code * bij IN] – met deze optie geactiveerd zal bij het invoeren van de code
gevolgd door het [ * ]. Het Blok niet uitschakelen, maar zal wel het Relais activeren
(en de deur zal worden geopend). Deze optie is beschikbaar bij de C
U
ITSCHAKELEN
Manager gebruikers / Gebruikers – deze functie bepaald manager gebruikers / gebruikers
geautoriseerd om het blok bediendeel te mogen gebruiken.
Alarmen
BRAND alarm – ingedrukt houden van de
AUX. alarm – ingedrukt houden van de
PANIEK alarm – ingedrukt houden van de
STIL PANIEK alarm – met deze optie geselecteerd, zal activering van een paniek alarm
vanaf het bediendeel geen luide signalering tot gevolg hebben; in plaats daarvan, zal
een bericht naar de PAC worden verstuurt (dit kan ook worden gesignaleerd op het
uitgang type 12
Alarm 3 onjuiste codes – met deze optie ingeschakeld, zal er een alarm worden
gegenereerd na drie niet bestaande kaartnummers uit te hebben gelezen.
Opties
Snel inschakelen – snel inschakelen van het blok:
– volledig IN – opeenvolgend indrukken van de
firmware versie) of de
– volledig IN met overbruggen van Zones waarbij de Overbrugd bij Blijven zone opties
geactiveerd zijn – druk achtereenvolgens de
met firmware versie vanaf 1.06);
– IN zonder Volgzone – opeenvolgend invoeren van de
INTEGRA firmware versies vanaf 1.05);
– IN zonder Volg en Vertraagde zone – opeenvolgend indrukken van de
toetsen (met INTEGRA firmware versies vanaf 1.05).
Aansturen Maak uitgang – het bediendeel activeert de M
Aansturen Puls Uitgang – het bediendeel activeert de PULS
Blok overbruggen – [Blok blokkeert] het invoeren van een code van een bewaker of een
gebruikerscode met de functie "tijdelijke blokkering" van een blok heeft tot gevolg dat
wanneer het blok is ingeschakeld de zones tijdelijk blokkeren/overbruggen in het blok
waarin deze module is ingedeeld. De blokkeer duur wordt bepaald in de blok
parameters (voor de bewaker) of in de gebruikerscode parameters.
Bewakersronde controle – invoeren van de bewakerscode code eindigend met de
toets wordt gezien als het einde van de bewakersronde.
Wijzigen toegangscode – deze optie maakt de functie van het wijzigen van de
gebruikerscode mogelijk.
Signalering
Alarm signaal (vaste tijd) – akoestisch alarmsignaal in het betreffende blok (voor de
totale alarmduur).
Alarm signaal (tot annulering) [Alarm (geheugen)] – akoestisch alarmsignaal in het
betreffende blok tot handmatig alarmherstel.
Ingangsvertraging signaal – akoestisch signaal voor het aftellen van de ingangstijd.
Uitgangsvertraging signaal – akoestisch signaal voor het aftellen van de uitgangstijd.
[Code* niet UIT] is geactiveerd.
).
STIL ALARM
en
toetsen (met INTEGRA firmware versies vanaf 1.05);
SATEL
toets activeert een brand alarm.
toets activeert een medisch alarm.
toets activeert een PANIEK alarm.
en
en
INT-S-GR/INT-S-BL
toetsen (met elke INTEGRA
toetsen (INTEGRA systemen
en
toetsen; (met
/B
AAK
REEK UITGANG
typen.
UITGANG
+* N
ODE
IET
en
typen.
of