NL
Het onderwerp wordt niet automatisch
scherpgesteld
De camera laat zich niet ontspannen /
ontspanner gedeactiveerd / geen opname
mogelijk
Geen gezichtsherkenning / gezicht wordt niet
herkend
De camera kiest een verkeerd voorwerp /
onderwerp
Continue opname niet mogelijk
De foto verschijnt met ruis op de monitor
Het opslaan van de opnamen duurt te lang
146
AF is niet geactiveerd
Geheugenkaart is vol
De geheugenkaart is niet geformatteerd
De geheugenkaart heeft een schrijfbeveiliging
Vuil op de contacten van de geheugenkaart
De geheugenkaart is beschadigd
De sensor is oververhit
De camera is automatisch uitgeschakeld (
Er worden opnamegegevens naar de geheugenkaart
gekopieerd, maar het buffergeheugen is vol
Ruisverminderingsfunctie is actief (bijvoorbeeld na
nachtopnamen met lange belichtingstijd)
Batterij leeg
De camera verwerkt een opname
Bereik van fotonummering is opgebruikt
Gezicht bedekt (zonnebril, hoed, lange haren enzovoort)
Het gezicht neemt in de foto te weinig ruimte in
Gezicht gekanteld of horizontaal
U houdt de camera scheef
Het gezicht is slecht belicht
Abusievelijk geselecteerd voorwerp ligt korter bij het
beeldmidden dan het hoofdobject
Abusievelijk geselecteerd voorwerp is een gezicht
De camera is oververhit, en daarom werd de functie
tijdelijk gedeactiveerd
Lichtversterkingsfunctie van de monitor bij donkere
omgeving
De ruisonderdrukking voor langdurige belichting
geactiveerd
Trage geheugenkaart geplaatst
Activeer de AF
Vervang de geheugenkaart
Formatteer de geheugenkaart opnieuw
(let op: gegevensverlies!)
Schakel de schrijfbeveiliging aan de geheugenkaart uit
(kleine hendel aan de kant van de geheugenkaart)
Reinig de contacten met een zachte katoenen of linnen
doek
Vervang de geheugenkaart
Laat de camera afkoelen
) Schakel de camera weer in
Auto Power Off
Auto Power Off
Desgewenst deactiveert u de automatische
uitschakeling
Wachten
Wacht, of deactiveer de ruisvermindering
Laad of vervang de batterij
Wachten
Zie het gedeelte 'Gegevensbeheer'
Verwijder storende objecten
Verander de beeldcompositie
Zorg dat het gezicht verticaal in beeld komt
Houd de camera recht
Gebruik de flits; kies een betere belichting
Kies een ander beeldfragment of neem de foto met
behulp van scherpteopslag
Schakel de gezichtsherkenning uit
Laat de camera afkoelen
Geen storing; het heeft geen effect op de opnamen
Deactiveer de functie
Gebruik een geschikte geheugenkaart