Starten en gebruik
Start de vaatwasser
NL
3. Doseer het vaatwasmiddel. (zie hiernaast).
4. Laad de rekken in (zie De rekken laden) .
en het type vuil (zie de programmatabel) door op de toets P
te drukken.
Opties) .
8. Het einde van het programma wordt aangegeven door
geluidssignalen. Het nummer van het programma knippert op
het display. Open de deur, schakel het apparaat uit met de
ON-OFF toets, doe de waterkraan dicht en haal de stekker uit
het stopcontact.
voorkomen dat u zich verbrandt. Laad de vaat uit, beginnend
met het onderrek.
- Om het energieverbruik te verminderen gaat de
automaat, wanneer hij voor langere tijd NIET gebruikt
wordt, automatisch uit.
PROGRAMMI AUTO
beschikken over een speciale sensor die kan waarnemen hoe
vuil de vaat is en het meest efficiënte en zuinige wasprogramma
kiezen.
De duur van de Automatische programma's hangt als gevolg af
van wat de sensor waarneemt.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de
dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
Het wijzigen van een reeds gestart programma
Als u een verkeerd programma heeft geselecteerd kunt u dit
wijzigen, mits het net gestart is: open de deur en zorg ervoor
u niet te branden met de vrijkomende stoom. Door langere tijd
de deur te sluiten.
Overige vaat toevoegen
Zonder de vaatwasser uit te zetten opent u de deur. Pas op de
de deur: de wascyclus wordt hervat.
Onvoorziene onderbrekingen
Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een
stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma
onderbroken. Als de deur weer dichtgaat of wanneer de stroom
terugkeert zal het worden hervat op het punt waar het werd
onderbroken.
*
Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
10
*
.
*
:enkele modellen wasautomaat
Het vaatwasmiddel toevoegen
Een goed wasresultaat hangt ook af van een correcte
dosering van het vaatwasmiddel. Teveel vaatwasmiddel
betekent niet automatisch een efficiëntere reiniging.
Bovendien is dit niet goed voor het milieu.
Aan de hand van de hoeveelheid vuil kan de dosering
worden aangepast m.b.v. een vaatwasmiddel in poeder- of
in vloeibare vorm.
Normaal gebruikt men voor een gemiddeld vuile was ca. 35
g. (poeder), of 35 ml (vloeibaar). Als u wastabletten gebruikt,
is één voldoende.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de
dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
Voor een juist wasresultaat dient u de instructies te volgen
die op de verpakking van het vaatwasmiddel staan.
In het geval van verdere vragen raden wij u aan contact op
te nemen met de klantenservice van de wasmiddelfabrikant.
Om het wasmiddelbakje te openen, drukt u op het
openingsmechanisme "A"
Doe het vaatwasmiddel alleen in het droge bakje "B". Het
vaatwasmiddel dat nodig is voor de voorwas moet direct in
de vaatwasmachine worden geplaatst.
1.Doseer het vaatwasmiddel met behulp van de Programmatabel
om de juiste hoeveelheid te gebruiken.
B
hoeveelheid vloeibaar- of poedervaatwasmiddel voor elke cyclus
kan worden gegoten.
2.
bakje en sluit het deksel met een klik.
3.
toe te drukken, totdat het afsluitmechanisme op zijn plaats is.
Het wasmiddelbakje gaat automatisch op het juiste moment
open, aan de hand van het type programma.
Als u gecombineerde vaatwasmiddelen gebruikt, raden we u aan
juist afstemt. Zo zult u altijd het beste was- en droogresultaat
bereiken.
Gebruik alleen een specifiek vaatwasmiddel.
GEBRUIK NOOIT vaatwasmiddel voor met de hand wassen.
E e n o v e r m a t i g g e b r u i k v a n v a a t w a s m i d d e l k a n
schuimresiduen achterlaten aan het einde van de wascyclus.
We raden u aan alleen tabletten te gebruiken bij modellen
waar de optie MULTIFUNCTIE TABLETTEN bestaat.
De beste was- en droogprestaties bereikt u met het gebruik
van een vaatwasmiddel in poedervorm, een vloeibaar
glansspoelmiddel en onthardingszout.