Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedieningsorganen; Motorbediening - Toro GreensPro 1200 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GreensPro 1200:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningsorganen

Opmerking: Zie de gebruikershandleiding van de motor
voor volledige informatie over de bediening.
Stuurwiel
Het stuurwiel (Figuur 3) regelt de hoek van de rollen, die op
hun beurt de eenheid besturen. Het wiel heeft een beperkte
draaihoek; de draaicirkel van de greensrol is dus vrij groot.
Om vooruit of achteruit te gaan draait u het stuurwiel gewoon
naar de richting waar u heen wilt. Aangezien de richting
verandert aan het einde van elke werkgang, zult u moeten
wennen aan de besturing van de greensrol. Als u vooruit wilt
rijden terwijl u naar rechts gaat, draai het stuur dan linksom.
Als u vooruit wilt rijden terwijl u naar links gaat, moet u het
stuur naar rechts draaien.
Bedieningspedalen
De twee bedieningspedalen (Figuur 3) aan weerszijden van
de stuurkolom regelen de beweging van de aandrijfrol. De
pedalen zijn verbonden zodat ze niet tegelijk kunnen worden
ingetrapt; u kunt maar één pedaal tegelijk intrappen. Als u het
rechterpedaal indrukt gaat u naar rechts; druk het linkerpedaal
in om naar links te gaan. Hoe verder u een pedaal indrukt,
hoe sneller u in de desbetreffende richting gaat.
Hefbalk
De hefbalk (Figuur 3) bevindt zich op de beugel van de
sleepstang achter de bestuurdersstoel. U kunt hem gebruiken
om meer kracht te ontwikkelen als u de eenheid op de
transportwielen wil zetten met het oog op het slepen van de
machine.
Sleepstang
De sleepstang (Figuur 3) bevindt zich achter de
bestuurdersstoel. Hij is door middel van twee hefbalken
verbonden met de hefarm. Als u de wielen laat zakken in de
sleepstand, wordt de sleepstang automatisch naar de onderste
stand gebracht.
Stoel instellen
De stoel kan naar voren of naar achteren worden bewogen
naargelang de lengte van de bestuurder. Trek gewoon de
stoelhendel (Figuur 3) vooraan links op de stoel naar links.
Schuif de stoel zoals gewenst naar voren of naar achteren
en laat de hendel los.
Urenteller
De urenteller (Figuur 3) toont het aantal uren dat de machine
in bedrijf is geweest.

Motorbediening

AAN-/UIT-schakelaar
Met de AAN-/UIT-schakelaar (Figuur 5) kan de bediener
van de machine de motor starten en stoppen. De schakelaar
bevindt zich aan de voorkant van de motor. Draai de
AAN-/UIT-schakelaar naar AAN om de motor te starten en
te laten lopen. Draai de AAN-/UIT-schakelaar naar UIT om
de motor te stoppen.
OFF
1
1. UIT
Chokehendel
Gebruik de chokehendel (Figuur 6) om een koude motor te
starten. Voordat u aan de handgreep van het startkoord trekt,
beweegt u de chokehendel naar de stand Uit. Zet de choke
weer open zodra de motor draait. Gebruik de choke niet als
de motor al warm staat of de luchttemperatuur hoog is.
1
2
1. Chokehendel
2. Brandstofklep
9
OFF
2
Figuur 5
2. AAN
3
G019815
Figuur 6
3. Gashendel
G021 103

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

44907

Inhoudsopgave