Wasgoed voor het drogen
voorbereiden
om een gelijkmatig
Aanwijzing:
droogresultaat te krijgen moet u het
wasgoed sorteren volgens:
het type stof
■
wassymbolen die op de wasetiketten
■
staan.
Droog uitsluitend wasgoed dat volgens
het etiket geschikt is voor een droger of
dat is voorzien van de volgende
wassymbolen:
a : U kunt selecteren
■
Ô Intensief drogen
` : U kunt selecteren
■
Ô Voorzichtig drogen
De volgende textielsoorten mogen niet
worden gedroogd:
b = wassymbool "niet geschikt voor
■
droger"
Fijne was (zijde, synthetische
■
gordijnen).
Textiel dat schuimrubber of
■
soortgelijke materialen bevat.
Textiel dat is behandeld met
■
ontvlambare vloeibare stoffen, bijv.
met vlekkenverwijderaar, petroleum,
ether, verdunners. Gevaar voor
explosie!
Textiel dat nog haarlak of
■
soortgelijke substanties bevat.
Aanwijzingen
Met de hand gewassen textiel moet
■
vóór het drogen met het juiste
centrifugetoerental worden
gecentrifugeerd.
Voorafgaand aan het drogen
■
centrifugeren met het optimale
toerental. Een centrifugetoerental
van meer dan 1000 tpm wordt
aanbevolen voor katoen, meer dan
800 tpm voor kreukherstellend
textiel.
Strijk het wasgoed niet onmiddellijk
■
na het drogen. Aanbevolen wordt het
wasgoed eerst op te rollen, zodat
het restvocht gelijkmatig wordt
verdeeld.
Om een goed droogresultaat te
■
krijgen moeten dekbedden, badstof
en andere grote stukken apart
worden gedroogd.
Overschrijd de maximale belading
■
niet.
Stijfsel
het wasgoed mag niet
Aanwijzing:
behandeld worden met wasverzachter.
Schakel het apparaat in.
1.
Selecteer het programma Spoelen.
2.
Doseer stijfsel in Compartiment ©
3.
volgens de voorschriften van de
fabrikant (eerst reinigen indien
nodig).
Raak de Start/Bijvullen knop aan.
4.
Kleuren/bleken
Verfstof mag alleen worden gebruikt in
normale huishoudelijke hoeveelheden.
Zout kan het roestvrijstaal aantasten.
Volg altijd de instructies op van de
fabrikant van de verfstof.
Gebruik het apparaat niet om kleding te
bleken.
Wasgoed
nl
27