Stalling
Veiligheid tijdens opslag
•
Zet de machine af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat. Laat de machine
afkoelen voordat u er instellingen of onderhoud
aan verricht, of de machine schoonmaakt of stalt.
•
Bewaar de machine en het brandstofvat niet
op plaatsen waar open vlammen, vonken of
waakvlammen (bv. van een boiler of een ander
toestel) aanwezig kunnen zijn.
De machine stallen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsu-
ren—Controleer de bedrijfs- en
parkeerremmen.
Om de 400 bedrijfsuren—Controleer of de
remschoenen zijn versleten.
Na de eerste 50 bedrijfsuren
Om de 600 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij
de kortste periode aan)
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking,
schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje.
2.
Verwijder vuil en vet van de gehele machine,
inclusief de buitenkant van de cilinder,
de koelribben van de cilinderkop en de
ventilatorbehuizing.
3.
Controleer de remmen; zie
controleren (bladz.
4.
Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt; zie
Onderhoud van het luchtfilter (bladz.
5.
Plak de luchtfilterinlaat en de uitlaat af. Gebruik
hiervoor weerbestendige afplakband.
6.
Smeer het voertuig; zie
smeren (bladz.
39).
7.
Ververs de motorolie en vervang het filter; zie
Motorolie verversen en filter vervangen (bladz.
42).
8.
Spoel de brandstoftank om met verse, schone
dieselbrandstof.
9.
Zet alle onderdelen van het brandstofsysteem
goed vast.
10.
Controleer de bandenspanning; zie
Bandenspanning controleren (bladz.
11.
Controleer de antivriesbescherming en vul het
systeem bij met een oplossing die half uit water,
Remvloeistofpeil
53).
41).
Lagers en lagerbussen
21).
half uit antivries bestaat. Vul zoveel bij als nodig
is met het oog op de plaatselijk te verwachten
minimumtemperatuur.
12.
Verwijder de accu uit het chassis, controleer
het zuurpeil en laad de accu volledig op; zie
Onderhoud van de accu (bladz.
Opmerking:
aansluiten op de accupolen tijdens stalling.
Belangrijk:
opgeladen zijn om te voorkomen dat
deze bevriest en beschadigd raakt bij
temperaturen beneden 0 °C. Een volledig
opgeladen accu kan ongeveer 50 dagen
worden gestald bij temperaturen beneden
4 °C zonder tussentijds te worden opgeladen.
Bij temperaturen boven 4 °C moet u om de
30 dagen het waterpeil in de accu controleren
en de accu opladen.
13.
Controleer alle bouten, schroeven en moeren
en draai deze vast. Repareer of vervang
beschadigde delen.
14.
Werk alle krassen en beschadigingen van de
lak bij.
Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende
servicedealer.
15.
Stal de machine in een schone, droge garage of
opslagruimte.
16.
Dek de machine af om deze te beschermen en
schoon te houden.
64
46).
U mag de accukabels niet
De accu moet volledig