Inhoudsopgave
Advertenties
Vloeistofcirculatie
Circulatie door de Reactor
Laat geen vloeistof die een blaasmiddel
bevat circuleren zonder eerst uw materiaal-
leverancier te raadplegen over de
grenswaarden van de vloeistoftemperatuur.
Voor het circuleren door de verdeler van het
pistool en het voorverwarmen van de slang,
zie blz. 43.
1. Volg de procedures van Opstarten, blz.
32.
Installeer geen afsluitingen stroomafwaarts
van de DRUKONTLASTING/
SPUIT-klepuitlaten (BA, BB). De kleppen
werken als overdrukontlastingskleppen
wanneer ze ingesteld zijn op SPUIT
De leidingen moeten open zijn zodat de
kleppen automatisch druk kunnen ontlasten
wanneer het apparaat werkt.
2. Zie Typische installatie, met circulatie,
blz. 15. Stuur de circulatieleidingen terug
naar het respectieve toevoervat van
component A of B. Gebruik slangen
die gespecificeerd zijn bij de maximale
werkdruk van deze apparatuur.
Zie Technische gegevens, blz. 51.
3. Zet de
DRUKONTLASTING/SPUIT-kleppen (SA,
42
SB) op DRUKONTLASTING/ CIRCULATIE
.
SA
4. Zet de hoofdschakelaar AAN
5. Stel de streefwaarden van de temperaturen
in, zie blz. 33. Zet de verwarmingszones
A
en
Zet in geen geval de verwarmingszone
aan tenzij de slangen reeds gevuld
zijn met vloeistof.
.
6. Druk op
weer te geven.
7. Voordat de motor gestart wordt, moet de
hydraulische druk verlaagd worden tot het
minimum vereist om vloeistof te laten
circuleren, tot de temperaturen van
B
en
8. Druk op motor
pompen te starten. Laat vloeistof circuleren
met de laagst mogelijke druk tot de
temperaturen hun streefwaarden bereiken.
B
aan door op
om de huidige temperaturen
hun streefwaarden bereikt hebben.
ti7732a
om de motor en
Vloeistofcirculatie
SB
ti9879a
.
te drukken.
A
-
312420Z
Advertenties
Inhoudsopgave
