Luchtreduceerventiel
Vloeistofafsluiter
Materiaal uit pomp
Voorbeeldinstallatie (op afbeelding:
luchtgeregeld vloeistofreduceerventiel)
Algemene informatie
OPMERKINGEN:
D Nummers en letters tussen haakjes verwijzen naar de
overeenkomstige aanduidingen in de afbeeldingen en de
onderdelentekening.
D Op de voorbeeldinstallatie is een veelvoorkomende
eindkoppeling te zien. De reduceerventielen moeten dicht
bij het afgiftepunt worden geïnstalleerd. De hulpslang en
de nozzle moeten voldoende tegendruk bieden om
binnen het instelbare bereik van het reduceerventiel te
blijven. Het grootste deel van deze beperkende druk
moet worden geleverd door de nozzle om statische druk
op de kop door toename te voorkomen als het ventiel
sluit.
De reduceerventielen hebben één 3/4 npt(i) inlaatpoort en
twee 3/4 npt(i) uitlaatpoorten voor aansluiting in rechte lijn of
loodrecht. Monteer een reduceerventiel vóór elk aangesloten
pistool. Op de tweede uitlaatpoort kan een manometer
worden aangesloten om de materiaaldruk in te gaten te
houden. Plug de poort af als hij niet in gebruik is. Zie de
voorbeeldinstallatie hierboven, en afmetingen op blz. 30.
6
307517
Installatie
Luchttoevoer
Terugslagventiel
Als de tweede uitlaatpoort niet gebruikt wordt moet die
afgesloten worden met de bijgeleverde stalen plug, om
te voorkomen dat materiaal onder hoge druk uit de poort
zou kunnen komen. Materiaal onder hoge druk kan
ernstig letsel veroorzaken.
Bij een luchtgeregeld reduceerventiel moet u een geaarde
luchttoevoerslang aansluiten op het 1/4 npt(u) verloopstuk
aan de inlaat van het luchtreduceerventiel.
Installatie van de ombouwset
1.
Om de druk te ontlasten stopt u de pomp, trekt de
pistooltrekker aan, en opent eventueel aanwezige
drukontlast- of aftapkranen. Haal het reduceerventiel van
de leiding.
2.
Voor het aanbrengen van een nieuwe veer draait u de
stelschroef (6) los en verwijdert die, evenals de veer (9).
Plaats de nieuwe veer en breng de stelschroef weer
aan.
3.
Voor het ombouwen naar een luchtgeregeld
reduceerventiel schroeft u de stelschroef (6) los en
verwijdert die, evenals de veer (9) en de veergeleider
(11) uit de kraancilinder (7). Breng draadsmeermiddel
aan op het schroefdraad van het membraanhuis (101)
van de ombouwset. Schroef het huis in de kraancilinder,
met een moment van 2,25 N.m. Zie de onderdelen–
tekening op blz. 12.
Vloeistofreduceerventiel
Wandconsole
Spuitdeel (applicator)
WAARSCHUWING