4.
Als het indicatielampje van de gloeibougie
dooft, draait u het sleuteltje op S
sleuteltje direct los als de motor start en laat het
weer terugkeren naar D
Belangrijk:
Laat de startmotor niet langer
dan 30 seconden achter elkaar draaien omdat
de startmotor hierdoor vroegtijdig defect
kan raken. Als de motor na 30 seconden
nog niet wil starten, moet u het sleuteltje
op U
draaien, de bedieningsorganen
IT
en procedures controleren, nog eens
30 seconden wachten en de startprocedure
herhalen.
5.
Laat de motor (zonder lading) op halfgas warm
worden en zet vervolgens de gashendel in de
gewenste stand.
Belangrijk:
Laat de motor 5 minuten stationair
lopen voordat u deze afzet of nadat de machine
volledig belast is gebruikt. Indien u dit nalaat, kan
de turbocompressor beschadigd raken.
Cruisecontrol gebruiken
Met de schakelaar van de cruisecontrol vergrendelt u
het pedaal zodat de gewenste rijsnelheid behouden
wordt. Druk op de achterzijde van de schakelaar om
de cruisecontrol uit te schakelen. Met de middelste
stand van de schakelaar wordt de cruisecontrol
ingeschakeld en met de voorzijde van de schakelaar
kan de gewenste rijsnelheid worden ingesteld.
Opmerking:
Ook door een rempedaal in te drukken
of het tractiepedaal in
ACHTERUIT
1 seconde kunt u de pedaalstand vrijstellen.
De motor afzetten
Belangrijk:
Laat de motor 5 minuten stationair
lopen voordat u deze afzet of nadat de machine
volledig belast is gebruikt. Hierdoor kan de
turbocompressor afkoelen voordat u de motor
afzet. Indien u dit nalaat, kunnen er problemen
met de turbocompressor ontstaan.
Opmerking:
Laat de maaidekken altijd neer op
de grond als u de machine parkeert. Dit vermindert
de hydraulische belasting van het systeem, beperkt
slijtage van onderdelen van het systeem en voorkomt
ook dat de maaidekken per ongeluk worden
neergelaten.
1.
Zet de gashendel naar achteren op L
2.
Zet de aftakasschakelaar in de stand U
3.
Stel de parkeerrem in werking.
4.
Draai het contactsleuteltje op U
5.
Verwijder het sleuteltje uit het contact om te
voorkomen dat de motor per ongeluk start.
. Laat het
TART
.
RAAIEN
te zetten gedurende
.
ANGZAAM
.
IT
.
IT
De toerentalschakelaar
gebruiken
Met de toerentalschakelaar kunt u het toerental op
2 manieren veranderen. Door op de schakelaar te
tikken verhoogt of verlaagt het toerental in stappen
van 100 tpm. Hou een zijde van de schakelaar
ingedrukt om de motor automatisch in
te schakelen, afhankelijk van welke zijde u
STATIONAIR
hebt ingedrukt.
Maaisnelheid afstellen
Supervisor (beveiligd menu)
Laat de supervisor toe om de maximale snelheid
waarmee de bestuurder kan maaien (laag bereik) in
te stellen in stappen van 5% tussen 30% en 100%.
Zie
De maximale toegestane maaisnelheid instellen
(bladz. 39)
voor de procedure om de maaisnelheid
in te stellen.
Gebruiker
Laat de gebruiker de maximale maaisnelheid (laag
bereik) instellen, binnen de voorinstellingen van
de supervisor. Druk op de middelste knop (
pictogram) in het welkomstscherm of hoofdscherm
van het InfoCenter om de snelheid aan te passen.
Opmerking:
Bij heen en weer schakelen tussen het
lage en het hoge bereik zullen de instellingen naar de
vorige instelling worden geschakeld. De instellingen
worden gereset als de machine wordt uitgeschakeld.
Opmerking:
Deze functie kunt u ook samen met
cruisecontrol gebruiken.
Transportsnelheid afstellen
Supervisor (beveiligd menu)
Laat de supervisor toe om de maximale snelheid
waarmee de bestuurder kan rijden voor transport
(hoog bereik) in te stellen in stappen van 5% tussen
30% en 100%.
Zie
De maximale toegestane transportsnelheid
instellen (bladz. 39)
transportsnelheid in te stellen.
Gebruiker
Laat de gebruiker de maximale transportsnelheid
(hoog bereik) instellen, binnen de voorinstellingen
van de supervisor. Druk op de middelste knop (
pictogram) in het welkomscherm of hoofdscherm van
het InfoCenter om de snelheid aan te passen.
44
HOOG
voor de procedure om de
of
LAAG