3.
Installeer de schroef en moer om vast te zetten.
Ongelijke meshoogte
corrigeren
In verband met verschillen in gazoncondities
en de instellingen van het tegengewicht van de
tractie-eenheid, verdient het aanbeveling een deel van
het gazon te maaien en het uiterlijk ervan controleren
voordat u het gazon echt gaat maaien.
1.
Stel de maai-eenheid in op de gewenste
maaihoogte; zie
12).
2.
Controleer of de voor- en achterbanden
een spanning van 1,72 tot 2,07 bar hebben.
Indien nodig moet u ze oppompen totdat de
bandenspanning correct is.
3.
Controleer of de banden van alle zwenkwielen
een spanning van 3,45 bar hebben.
4.
Controleer op kromme messen; zie
op kromme messen (bladz.
5.
Maai het gras in een testgebied om te
controleren of alle maai-eenheden op dezelfde
hoogte maaien.
6.
Als de maai-eenheden nog moeten worden
afgesteld, zoek dan een vlak oppervlak met een
rechte rand van minstens 2 meter.
7.
Om het mesvlak gemakkelijker te meten, moet u
de machine in de hoogste maaistand zetten; zie
Maaihoogte instellen (bladz.
8.
Laat de maai-eenheid neer op een vlak
oppervlak. Verwijder de kappen van de
bovenkant van de maai-eenheden.
9.
Draai het mes op elke as totdat de uiteinden in
de lengterichting liggen.
10.
Meet de afstand van de grond tot de voorste
rand van het mes.
11.
Plaats opvulstukken van 3 mm op de
zwenkwielvork(en) zodat de maaihoogte
overeenstemt met deze op de sticker
15); zie
Schuinstand van de maai-eenheid
afstellen (bladz. 14)
Maaihoogte instellen (bladz.
Controleren
21).
12).
(Figuur
1. Klemkapje
2. Afstandsstukken
3. Opvulstukken
Tips voor bediening en
gebruik
Maai als het gras droog is
Maai laat in de ochtend om dauw te vermijden
waardoor het gras op kluitjes bij elkaar gaat zitten, of
laat in de middag om te voorkomen dat het directe
zonlicht het gevoelige, pas gemaaide gras schaadt.
Kies de juiste maaihoogte-
instelling voor de omstandigheden
Verwijder bij het maaien ongeveer 25 mm of niet meer
dan ⅓ van de grassprieten. Bij zeer lang, mals en
dicht gras moet u wellicht de maaihoogte-instelling
een stap omhoog zetten.
Maai met correcte tussenpozen
In de meeste normale omstandigheden moet u
ongeveer om de 4 of 5 dagen uw gazon maaien.
Houd er echter rekening mee dat gras niet het hele
jaar door even snel groeit. Om dezelfde maaihoogte
aan te houden, iets wat wij sterk aanbevelen, moet
u daarom in het vroege voorjaar vaker maaien en
als het gras midden in de zomer minder snel groeit,
moet u slechts om de 8 tot 10 dagen maaien. Als u
gedurende een langere periode niet kunt maaien door
de weersomstandigheden of om andere redenen,
moet u de eerstvolgende keer niet te kort maaien;
vervolgens 2 of 3 dagen later met een lagere
maaihoogte-instelling maaien.
15
Figuur 15
4. Montage-openingen van
as
5. Zwenkwiel
g008866