OSEC
Fig. 6. Aansluiting van de modules zonder voeding waar de afstand tussen centrale en
modules van 300 tot 600 meter is. De modules worden gevoed vanaf een onafhankelijke
12VDC voeding bron. Twee 0.5 mm
COM). Aansluiting van de modules zoals getoond in het figuur wordt niet aanbevolen indien
3.5.1 Aansluiten van bediendelen
Opmerking: Om aan de EN 50131 standaard richtlijnen Grade 2 te voldoen dienen:
−
bediendelen met firmware versie 1.01 of nieuwer dienen op de centrale te
worden aangesloten,
−
tenminste één LCD bediendeel moet op de centrale zijn aangesloten.
Dit zorgt ervoor dat gebruikers worden geïnformeerd over de systeem status,
zoals vereist door de standaard.
Tot 6 LED/LCD bediendelen kunnen in het system worden geïnstalleerd. De centrale KPD
uitgang is specifiek voor het voeden van de bediendelen. Adressen van 0 tot 5 dienen te
worden gebruikt voor het instellen van het adres van het bediendeel. Standaard, is adres 0
ingesteld voor ieder bediendeel.
Opmerking: Tot zes bediendelen kunnen worden geïnstalleerd, indien zowel de ETHM-1
module (adres 4) of de INT-TXM module (adres 5) niet is aangesloten.
Wanneer de centrale is opgestart met de fabrieksinstellingen, ondersteund deze alle
bediendelen aangesloten op de bus, onafhankelijk van het ingestelde adres. Dit maakt het
mogelijk om het juiste individuele adres in te stellen op de bediendelen en een identificatie uit
voeren van alle apparaten aangesloten op de bus.
2
aders worden gebruikt voor ieder signaal (CLK, DTA,
de afstand tussen centrale de 600 meter overschrijd.
Fig. 7. Aansluiten van het bediendeel.
VERSA
11