6
12 - MAC adres van de module.
13 - module firmware versie.
14 - informatie over de uitgangen. Geplaatst op de bovenste lijn zijn de iconen ter indicatie
van de status van de uitgangen:
- uitgang niet actief;
- uitgang actief;
Onderaan zijn iconen gerelateerd aan de functie van de uitgangen:
- de uitgang signaleert een storing en kan niet worden aangestuurd;
- de uitgang kan worden aangestuurd bij via de ingangen of via het programma.
Klik op 0 om de uitgang uit te schakelen; klik op 1 om de uitgang in te
schakelen (voor de geprogrammeerde tijd in het I
15 - informatie over de status van de ingangen:
- ingang status OK;
- ingang overbrugd;
- Ingang geactiveerd.
16 - status van gesimuleerde telefoonlijn:
- module klaar voor beantwoorden telefoonoproep;
- module beantwoord een telefoonoproep;
- module simuleert een telefoonlijn storing (bijv. Ethernet niet beschikbaar).
4.4 "A
LGEMEEN
4.4.1 Netwerk
Dynamisch IP adres – selecteer deze optie, indien de data aangaande IP adres, subnet
mask en gateway automatisch dienen worden gedownload vanaf de DHCP server.
Statisch IP adres – selecteer deze optie, indien de data aangaande IP adres, subnet mask
en gateway handmatig worden ingevoerd (aanbevolen).
IP adres – IP adres van de module.
Subnet mask – subnetmask van het waarin de module werkt.
"
TABBLAD
Fig. 4. "Algemeen" tabblad.
ETHM-2
/U
tabblad).
NGANG
ITGANG
SATEL