SATEL
Bij gebruik van een computer met het ETHM-2 Soft programma geïnstalleerd, kunt u het
apparaat programmeren en de gebeurtenissen uitlezen.
3. I
NSTALLATIE
Koppel altijd de voeding los voordat u elektrische aansluitingen maakt.
De ETHM-2 module is ontworpen voor installatie binnen, in ruimten waar normale
luchtvochtigheid heerst. De module kan worden gevoed door een wisselspanning of directe
12 VDC.
3.1 A
ANSLUITEN VAN DE WISSELSPANNING
Indien de module wordt gevoed met een 16 VAC (±10%) trafo, wordt aanbevolen om een
20 VA transformator te gebruiken. De transformator dient permanent te zijn aangesloten op
de 230 VAC. Om die reden, voordat u enige kabelaansluitingen maakt, uzelf bekend te
maken met de elektrische installatie van het object. Het circuit dat wordt gekozen als voeding
circuit dient ten alle tijden van stroom te zijn voorzien met een geschikte beveiliging.
Sluit nooit twee apparaten met een voeding aan op één transformator.
Voordat u het transformator circuit vanwaar deze gevoed wordt aansluit,
verbreekt u het stroomcircuit.
Omdat de ETHM-2 module geen schakelaar heeft om de stroom te verbreken, is
het belangrijk de eigenaar/gebruiker te adviseren over hoe de apparatuur
verbroken wordt van de 230VAC (bijv. door de zekering welke het voeding
circuit bewaakt te tonen).
Gebruik een 12 V/7 Ah accu als een noodstroom voeding voor de module.
1. Sluit het AC voltage van de transformator tweede winding aan op de module AC
aansluitingen.
2. Schakel de 230 VAC in welke op de transformator is aangesloten. Meet het voltage over
de accudraden (de correcte waarde dient tussen de 13.6 en 13.8 VDC te zijn).
3. Schakel 230 VAC voeding uit.
4. Sluit de accu aan. De module start niet op met de aangesloten accu alleen.
5. Schakel de 230 VAC voeding weer aan. De module is nu klaar voor gebruikt.
Opmerkingen:
Een accu voltage daling lager dan 11 V voor langer dan 12 minuten (3 accu testen) wordt
herkend als een accuontlading. Als het voltage daalt tot ongeveer 9.5 V dan wordt de accu
verbroken om totale ontlading te voorkomen.
Additioneel, indien de module is gevoed met een AC voltage en de inbraakcentrale
telefoonkiezer aangesloten is op de TIP en RING aansluitingen, dan zal dienen de COM
aansluitingen van het paneel en de aan elkaar te zijn verbonden. Daarmee wordt
de situatie voorkomen bij simulatie van telefoonlijnstoring door de module dat deze storing
correct door de inbraakcentrale wordt herkend.
3.2 A
ANSLUITEN OP
Indien de module wordt gevoed met 12 V DC (±15%), kan de voeding worden gebruikt van
bijvoorbeeld het inbraaksysteem, welke dan wordt bewaakt door de module. De voeding
en common ground kabels dienen te zijn aangesloten corresponderend met de module
12VDC
ETHM-2
3